Pagina:HeimansEli1906MetKijkerEnBus.djvu/13

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

I.

Aal.


 

Welk dier of welke plant zal er 't eerst aan moeten gelooven! Greift nur hinein u.s.w.; systematiek is hier toch uit den booze. Jawel, maar je kunt schrikkelijk misgrijpen; het interessante moet van twee kanten komen, ook van den gegrepene; die laat je soms leelijk in den steek en dan heb je spijt, dat je niet wat anders bij den kop hebt genomen.

Dan nog liever het toeval laten beslissen. Welaan dan, naar het illustre voorbeeld van gewijde en profane klassieken, zal het eerste beest, dat ik straks op straat ontmoet, het ontgelden.

En ziet, zoo zet ik van morgen twee beenen buiten de deur, of een aal, juist mand en kar van een vischvrouw ontglipt, kronkelt voor mijn voeten in het stof, en vroeg de eer... neen, laat ik nu niet jokken... hij vroeg niets, hij zei absoluut niets, hij had er niet eens den tijd toe, want, met een zeer ontoepasselijke, zeer ordinaire jordaanvloek had het veelrokkig vischwijf zich gebukt, en mijn object, haar aal, met een volleerden greep tusschen drie zandige vingers van haar linkerhand gekramd; even in de zandbak met de vluchteling, dan geeft z'em met zoo'n klein, vinnig mesje zoo'п klein keepje naast den kop; rits, rats, rets, in drie trekken en een ruk is 't vel er af, schoon er af; daar ligt hij al te spartelen als toegift bij het verkochte zoodje in den bak,