Pagina:HeimansEli1906MetKijkerEnBus.djvu/132

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

126

er nu binnen het hertengaas moeten huizen. Maar de vogels begroetten ons bij den Tol uit alle beuken, die net hun lenteloof begonnen te ontplooien, en het vinken-, fitis-, merel- en lijsterconcert begeleidde ons zonder een oogenblik pauze, tot wij bij het Loo afstapten en de bui afwachtten, die wij toch te vlug af waren geweest.