Pagina:HeimansEli1906MetKijkerEnBus.djvu/145

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

139

worden, als de eend 's morgens een half uurtje naar zee gaat om mosselen te eten, met de bruine veertjes gedekt en blijven zoo warm en meteen onzichtbaar. Merkwaardig is het, hoe volkomen zoo'n broedende eend op haar schutkleur vertrouwt.

In een van Kearton's fotografieboeken staat een foto van een broedende eidereend en een hand van Kearton's broer die haar rug streelt. Is het nest in de nabijheid van menschelijke woningen gelegen, dan kan de boer zijn eidereend met de handen van het nest nemen, om te zien hoe 't met de eieren gesteld is en haar er weer op zetten; dat laat de makste kip nog niet toe.

Iets heel merkwaardigs is van de eidereenden bekend geworden en zeer waarschijnlijk geldt het ook voor andere duikers. Het gebeurt namelijk wel eens dat een zeemossel den bek of de tong omklemt van de eend, die hem breken wil; de mossel sluit daarbij zijn schelpen zoo vast, dat de zeeëend geen kans ziet ze los te krijgen en van honger zou moeten omkomen. Nu is 't waargenomen dat in zulke gevallen de eend het zoete water opzoekt, daar den kop onder water steekt en den zeemossel, die niet tegen zoet water kan, daardoor dwingt zijn schelpen te openen. De heer Mansholt te Westerpolder heeft onlangs zoo'n eend bemachtigd; die zwom in 't kanaal met een mossel om zijn bek geklemd; hij heeft het dier, een zaagbek, gefotografeerd en de foto met de mededeelingen aan De Levende Natuur gezonden, waarin naar aanleiding van deze waarneming iets dergelijks over eidereenden te lezen staat.

"Zoo dom als een eend" gaat niet meer op.