Pagina:HeimansEli1906MetKijkerEnBus.djvu/152

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

146

Maar 't best te zien еn te bestudeeren zijn op 't oogenblik de nesten van de zeestekeltjes in 't Aquarium. Een viertal zijn er heel duidelijk te onderscheiden, links van den ingang, vier bassins van 't eind. Op dezelfde wijze als onze gewone stekelbaarsjes uit de sloot, hebben de veel grootere zeestekels van allerlei algen een dicht groen kluwen gemaakt, met den ingang van onder of op zijde. Maar zij, die meer met strooming rekening moeten houden, hebben er iets op gevonden om hun materiaal bijeen te doen blijven. Zij hebben, alsof 't spinnen of rupsen waren, er een aantal draden omheen geslagen, één heeft zijn nest van helder groene bladalgen letterlijk vastgenaaid aan een tak, een ander heeft het stevig vastgebonden aan een vooruitstekende steenpunt. Evenals onze stekeltjes waaieren ook de groote zeestekels hun jongen versch water, of eigenlijk nieuwe zuurstof toe, door heftig met de borstvinnen in de opening heen en weer te slaan.

't Aquarium is elk jaar in den voorzomer bijzonder mooi. Een heele school nieuwe haring zwemt er lustig rond, sommige met kuit. Een aantal reuzenkreeften, roode langoesten, is in 't tweede bassin onder dak gebracht, een heele tuin van zeeanemonen in 't volgende; ze zijn alle pas uit Helgoland aangekomen. Bijzonder rijk ook is 't groote middelbassin; er zwemmen een aantal snotdolfen, de groote wijfjes loodkleurig, de mannetjes met veel oranje aan buik en vinnen; die nemen evenals bij de stekels het Brutgeschäft van de wijfjes over. Een menigte groote kabeljauw zwemt er rond. Maar alles vertellen wat er in den voorzomer voor merkwaardigs in 't Aquarium te zien en op te merken is, dat zou te lang duren; wie er heen gaat, merkt het wel op, of vraagt er naar.