Pagina:HeimansEli1906MetKijkerEnBus.djvu/193

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

185

zilveren lijfjes. Eventjes laat een groote forel duidelijk zijn roodbestippelde flanken zien, hij heeft een motje gesnapt, dat van een overhangenden eiketak in 't water was gevallen.


Aan de Schildau-Köthe

 

Waar zoo'n kom in 't dal het naderen tot de oevers mogelijk maakt, is het heerlijk rusten aan het nog altijd snelvlietende water. 't Is daar één groot bosch van bloeiend springzaad, dat zoo zeldzaam wordt in ons land. Hier is nog geen nood van uitsterven. En bloeien, dat het groote springzaad hier doet! Met bijzonder groote bloemen nog wel, veel breeder en wijder open dan bij ons en met een heel sterksprekend honingmerk; zoo heb ik ze in ons land nog nooit gezien. Sommige planten dragen in waarheid meer bloem dan blad, enkele zoo zeer zelfs, dat niet eens meer elke bloem gelegenheid heeft, onder een blad weg te schuilen.