Pagina:HeimansEli1906MetKijkerEnBus.djvu/236

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

228

boom lag dwars over mijn pad en had door zijn val een natuurlijke brug over 't stroompje geslagen.

Nu is een brug 'n ding, dat bijzonder geschikt is om een water te passeeren, dat begrijpt de domste van de boschbewoners; daarom ging ik zitten op den bemosten stam, om eens te kijken, wat voor buren ik wel had en wat voor pootjes den boom werkelijk als brug gebruikten.

Vlak naast mijn zitplaats zijn de indrukken merkbaar van groote klauwen. Niemand anders dan een beer kan zulke diepe prenten drukken in de zachte schors. En zie daar is 't mos los gescheurd en afgegleden onder zijn gewicht.

Aan de andere zijde ligt een hoopje schubben van een pijnappel, dat zijn de krullen van een eekhoornwerkplaats, in 't rond gestrooid alsof de eekhoorn ze in der haast van zijn roode voorschoot had gestreken, om naar beeroom te kijken, die net voorbijkwam. Daarnaast loopt een bunsingspoor; duidelijk is de plek te onderscheiden, waar 't dier een aantal kikkers digereerde. En hier, aan een knoest, die mijn elleboog raakt, hangt een lang krullerig haar, dat vertelt mij hoe ook de vos