Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/150

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

150

de mijn, tot juist op de plek, waar moeder wesp het hebben wil, en waar zij weet dat haar kind de meeste kans heeft van aan den kost te komen. Nog iets wonderlijk gebeurt hierbij. Hoe blijft de wesp voortdurend op de hoogte van de plaats waar zich haar ei tijdens het transport door den kronkeligen mijngang bevindt? Daarvoor is ook gezorgd.

11. Eierstok, eileiders en legboor met de aanhangsels: zaad-, olie- en lijmhouders.
 12. Dwarse doorsnede van de legbuis. H is de holle ruimte waardoor de
eisteel voortglijdt. (Zie tekst). 13. De boor met het ei, halfweg ge-
vorderd. 14. De zaaghaken teruggetrokken op de rail. 15. Bochten
van het eind van de legbuis, die in een eikenknop is gestoken.

In de geul waardoor zich de steel van het ei voortbeweegt staan op regelmatige afstanden haartjes, die bij 't voorbijglijden van het ei aangeraakt moeten worden. Die haartjes staan door fijne zenuwtakjes in verband met de grootere zenuwen; zoo kan de wesp de beweging van de lange beweeglijke legbuis regelen naar omstandigheden, zonder dat ze er iets van ziet; want de haren in de buis geven voortdurend seinen.