Deze pagina is gevalideerd
20
En heeft u er al hoogere burgers of gymnasiasten bij, zoek dan ook den bladstand bij andere planten te bepalen; met heesters gaat dat het beste.
Een rozenkelk, vlak uitgespreid, van onder gezien.
Onderaan het pentagram.
In de botanie drukt men dien stand in cijfers uit. De rozenbladstand is 2⁄5, d.w.z., zooals ge nu al weet: vijf bladeren op twee spiraalwindingen, het 6de boven het eerste. Deze stand komt zeer veel voor. Andere zijn: 1⁄2, 1⁄3, 2⁄5, 3⁄8, 5⁄13,8⁄21, 13⁄34, 21⁄55,34⁄59. De voorste komen bij eenzaadlobbige planten (leliesoorten o.a.) veel voor, 3⁄8, en de hoogere cijfers bij planten met bladrozetten, zooals huislook.
Schimper en Braun hebben die bladstandgeschiedenis uitvoerig onderzocht.