Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/19

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

19

loot nemen, die geen wringing of draaing vertoont; bij in 't volle licht opgeschoten struiken komt ge het beste klaar.

Wind bij den voet van zoo'n samengesteld blad een dun wit draadje om den stengel, en slinger het onder langs de voeten van de daarboven geplaatste bladeren, zóó dat ge dus de plaatsen raakt, waar het rozenblad (dat bestaat meest uit 7 of 9 blaadjes aan één steel) uit den stengel komt. Nu ziet ge dadelijk dat het zesde blad net weer boven het eerste komt te staan, het zevende boven het tweede, enz. Ook merkt ge, dat ge tweemaal den stengel rond zijt geweest, vóór het zesde blad kwam, ge hebt een spiraal met twee windingen om den rozenstengel geslagen.

De vijf bladeren zijn dus spiraalsgewijze om den stengel geplaatst, zóó dat vijf bladeren op twee windingen komen. Denkt ge u nu, terwijl ge den tak met het draadje in de hand hebt de loodrechte afstanden tusschen elke twee bladeren wat korter, nog wat korter, dan komen de bladeren op 't laatst in een kring te staan, met de voeten dus ongeveer op één hoogte. En kijk nu maar na (maar nummer eerst even de bladeren van onder naar boven) het tweede blad, dat ge in gedachten hebt laten zakken, komt nu niet naast het eerste te liggen, want het hooger geplaatste No. 4 van de tweede winding valt er tusschen, zoo No. 5 tusschen 3 en No. 1.

De rozekelkslippen zijn op dezelfde wijze geplaatst, vijf op twee spiralen, die plat zijn gedrukt zoodat de vijf blaadjes naast elkaar kwamen te liggen. Zoo is al het angstig geheimzinnige van het rozenpentagram weggeblazen, door de kalm voortschrijdende wetenschap.

Als het op een Zondag regent, moet u met de kinderen het zaakje maar eens uitzoeken; het niet opgeven als het niet dadelijk lukt; het kòmt uit.