Naar inhoud springen

Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/200

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

XXX.

Rotganzen.


 

Zwanen, eenden, ganzen dat is een traditionneele reeks van vernuften, maar een afdalende. In werkelijkheid is 't net andersom; als de jagers niet allemaal jokken, dan is de gans niet alleen de verstandigste van alle drie, maar een van de vogels die 't allermoeilijkst te foppen is. Geen waakzamer en slimmer vogels dan een troep wilde ganzen, zeggen de lui die 't weten kunnen; ze zijn haast niet te naderen; alle kunstmiddeltjes, alle listen van den vernuftigen mensch weten zij te ontdekken en te verijdelen; en ze weten zoo goed als ekster of ooievaars al in de verte den man met het geweer te onderscheiden van den onschadelijken boer of wandelaar; vrouwen laten de slimmerds dichterbij komen dan mannen.

De meeste wilde ganzen leven als de broedtijd voorbij is in groote troepen, die waarschijnlijk uit kleine gezelschappen of families bestaan. Meest is er een oude ganzerik of gent bij, die zich, waar 't niet volkomen veilig is, haast geen tijd gunt om gras te eten, zoo druk heeft hij het met uitkijken naar alle kanten.

Die voorzichtigheid is dan ook de oorzaak, dat er van het huiselijk leven van vele wilde ganzen nog weinig bekend is geworden en dat weinige nog wel vrij laat. In zoo'n geval weten de menschen zich te behelpen met aannemelijke en minder aannemelijke gissingen en verzinsels; en als zoo'n