Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/212

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

212

's winters het land overstroomt staat het bij duizenden en duizenden, maar geen voetstap verder is het te vinden, hier niet en nergens anders in den omtrek. Ook verder noordwaarts wordt het zeldzamer, het komt meer naar den Belgischen kant daarentegen steeds talrijker uit het gras kijken, soms geheel wit, ook wel met twee blauwe bloemblaadjes; geheel blauw of paars heb ik 't nog niet gezien. Even over de grens, in Bleijberg, schijnt het vaderland van dit viooltje te zijn, daar bij de oude zink- en loodmijnen zien alle ruigten er geel van, ook ver van de Geul; en bij de groote fabrieken, die tegenwoordig hun erts meest uit Spanje aangevoerd krijgen, groeit het tot tusschen de rails en op sintelhoopen.

Nog een ander zinkplantje, maar veel zeldzamer, vond ik als trouw begeleider van de Geul, maar dat nietige witte kruisbloempje zal alleen iemand vinden, die zich voor botanie interesseert. Wel zullen iederen wandelaar, die even naar het spel van de wielende golfjes staat te kijken, de groote rose bloemen van Engelsch gras in het oog vallen; 't is een soort die maar heel weinig afwijkt van de armeria, welke aan onze kusten, vooral aan de Zuiderzee, in menigte voorkomt.

Het dichtst bijzijnde Belgische dorp is Sippenaeken, nog geen tien minuten over de grens, daar begint de mooie zwarte rijweg naar Bleijberg, verleidelijk hard voor motorfietsen, die er dan ook nog al eens tegen optuffen.

Eens in Bleijberg ligt de bewoonde wereld weer voor u, de trein brengt u in een korten tijd en voor weinig stuivers naar Aken of Dolhain, en verder naar de drukke zomerplaatsen in den Eiffel of de Ardennen.

Daarvoor is Epen bijzonder goed gelegen; wij gaan 's morgens vroeg op pad met mondkost in den tasch, wandelen een anderhalf uur door hooge of lage bosschen, met de mooiste