Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/41

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

41

een kortstondig strandmeer door een holte in een vlakke zandbank gevormd.


Botje van eenige weken; van voren en op zijde gezien; normaal symmetrisch.

Wie er zoo eentje vindt staat verbaasd over de snelheid, waarmee het beest zich in het zand graaft, of eigenlijk zich onder 't zand woelt. Dan zijn alleen de prachtig groene peervormige pupillen te zien, waaruit licht schijnt te stralen.

Zoo verborgen, loert het, in zee, op de garnalen; komt er zoo'n diertje in zijn nabijheid dan schiet de pieterman plotseling te voorschijn en de garnaal of 't kleine vischje is ingeslokt, voordat het heeft kunnen zien, wat daar opdook uit den zeebodem.

Elk jaar leven er in Artis pietermannen in de bassijns; meestal in 't eerste van de groote hal, aan de linkerhand. Hun kleuren en bewegingen, de nijdige bek en de satijnige groene schitteroogen, trekken de aandacht als ze jacht maken op de garnalen; soms schijnt 't bassin ledig; alleen wie de oogjes telt die uit 't zand gluren, weet hoeveel van die gevaarlijke beestjes er verborgen liggen.


De kop begint scheef te groeien.

Zoo gaat 't daar ook met de platvisschen, de botjes en scholletjes; alleen wanneer ze gevoederd worden, zien de bezoekers, dat de bassijns er van wemelen. In rust liggen ze op of onder 't zand, waarin ze verdwijnen, op twee zwarte oogjes en een scheef streepje na. De onderzijde is wit, maar de kleur van de rechterzijde (dat is in verreweg de meeste gevallen de bovenkant) komt zoo merkwaardig juist met de kleur en oneffen-