Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/61

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

61

meel. De meeldraden zelf zijn dan al verdord. Wordt dit stuifmeel op den pilaar in 't midden—die niets anders is dan de nog gesloten stijl met stempel—niet afgehaald door insecten, en overgebracht op andere één dag oudere spiegelklokjes, dan is het nog niet verspild. Want in den namiddag plooit de bloem zich samen, zooals mijn schetsje aangeeft; de vijf naar binnen gerichte plooien raken dan den meelkolom in 't midden aan en—gaat morgenvroeg de bloem weer open—dan bespeurt ge vijf meelstreepjes binnen in den blauwen spiegel. Meteen spreidt zich nu de stempel, waarvan 't meel van gisteren grootendeels op de bloemkroon is overgedrukt, uiteen tot een aardig kroontje.

Spiegelklokje. Gesloten; van boven en van terzijde gezien.

Spiegelklokje.
Gesloten; van boven en van terzijde gezien.

Nu is de bloem gereed om vreemd stuifmeel op te nemen, ze wacht en wacht den heelen morgen op bezoek, maar blijft het uit, geen nood. Straks tegen tweeën vouwt zich de bloem weer netjes dicht en de bewuste vijf meelstreepjes van de bloemkroon drukken weer zachtjes, net als gistermiddag, tegen den stempel, die nu geheel omgekruld is. Zoodoende bestuift de bloem zichzelf en krijgt behoorlijk zaad voor het volgend jaar.

Deze vernuftige tactiek passen andere klokjes ook wel toe, maar bij geen enkele gaat het zoo keurig en regelmatig als bij het mooie spiegelklokje. Dat kan evenwel weer niet op