60
in zandstreken, van de duinen af tot aan de grenzen, maar haast nooit op veenigen of kleiachtigen bodem. Langs de spoorwegen ziet het er soms lila van, zoo dicht en in zoo'n massa staan de bleek paarse bloembolletjes bij elkaar.
Het Spiegelklokje of de Venusspiegel, zooals het ook wel heet, dat ik hier voor u geteekend heb, lijkt iets meer op een klokje; maar iemand die niet bepaald aan botanie doet, ziet het er toch niet licht op aan.
Spiegelklokje.
Wijd open; in 't stuifmeel-tijdperk.
Ik vind het een heel mooi en interessant plantje en ik heb er indertijd wel eens ver om gewandeld op heete dagen; want je ziet ze alleen als 't mooi warm weer is, in Juni en Augustus. Is de lucht betrokken, dan schuilt het weg tusschen het koren, de boekweit of klaver; dan kunt ge lang zoeken, zonder te vinden. Toch is de kleur paarser en helderder dan bij andere klokjes, er is ook een wit vijfkantje in 't midden van de bijna vlak uitgespreide bloem, zoodat die sterk in 't oog valt, vooral tusschen rijpende gele koren.
Maar dit merkwaardig plantje kan, beter dan de meeste klokjes, zich sluiten bij ongunstig weer; het doet dat ook geregeld al vroeg in den middag, dan is het een donkerpaars figuurtje geworden, een sterretje, als van papier geknipt; zoo dun en zoo plat, dat ge 't moet kennen om 't op te merken.
Dat samenvouwen heeft natuurlijk weer een beteekenis voor 't leven van de plant en wel een heel bijzondere. Kijkt ge een pas geopende bloem oplettend aan, dan bemerkt ge een zuil in 't midden, die wit bepoeierd is, natuurlijk door stuif-