Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/80

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

80

meer naar voren dan bij de meeste kleine vogels 't geval is; daardoor kijkt ge het roodborstje, dat u aanziet, vlak van voren in de beide glinsterende kralen; dat geeft iets verstandigs aan Roodborstje.
Roodborstje.
't uiterlijk van 't dier; daarbij komt de menigte houdingen, die bijna alle sierlijk zijn en die wisselen met elke aandoening, met schrik, nieuwsgierigheid, afgunst, vertrouwelijkheid en tevredenheid en nog heel wat gemoedstoestanden meer, waarvoor het roodborstje vatbaar is. Ik heb wel eens hooren beweren dat een vogeloog geen uitdrukking bezit; wie van het tegendeel overtuigd wil worden of althans een uitzondering wil leeren kennen, moet maar eens van nabij op 't roodborsje letten. Roodborstje.
Roodborstje.
Bij de meeste, vooral bij de mannetjes, vallen de zwarte oogen nog binnen het rood; ze steken daardoor scherp en duidelijk af. Zeer opmerkelijk zelfs is het veranderen van de uitdrukking in die oogjes, wanneer het diertje uit den genoegelijken stand op één poot, terwijl 't neuriet, ook als 't uit zijn ruststand,—waarbij het een mollig dikkertje lijkt,—plotseling in den slanken vorm overgaat en 't zich nieuwsgierig uitrekt. Misschien om te zien wat daar