Naar inhoud springen

Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/97

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

97

water en kwam vlug vooruit. Ik vischte het op mijn stok, een wonderlijk huisje; van slakkenhuisjes gemaakt, met de levende slakjes er nog in.

Over den helderen bodem van de sloot, stroomend als een beekje haast bij dat hooge water, schiet een krachtig kleurig vischje heen en weer. Een stekelbaarsje, een vinger lang nog niet, en een drukte voor zes. Er groeien hier te veel waterranonkels, om het beestje voortdurend met de oogen te kunnen volgen. Toch weet ik wel, wat daar gebeurt in het hoekje achter een half ontplooid plompenblad.

Wie het ook weten wil, en 't is de moeite waard, dat verzeker ik u, moet thuis eens een paar stekelbaarsjes in een grooten glazen bak met water zetten; wat zand op den bodem en slootplanten er bij in. Als het u lukt, het diertje een prettig tehuis te bezorgen, krijgt ge iets te zien, zoo mooi en zoo belangwekkend, dat ge er alle moeite en last die een aquarium meebrengt, graag voor over hebt. Hoe een mannetjes-stekelbaarsje zijn nestje bouwt en zijn kinders groot brengt, is een van de mooiste passages uit het lente-boek der natuur, en die is gemakkelijk thuis te lezen.

De paartijd valt in 't eene jaar iets later dan in 't andere. Ge kunt nog bouwlustige diertjes vinden tot in 't eind van Mei. Zet één mannetje met twee of drie wijfjes in het beplant aquarium; laat alles heel rustig staan, dan schittert op een mooien morgen het mannetje u tegen in een staalblauw schubbenpak met vuurroode borst en kop; de oogen hebben alle kleuren van den regenboog.

Twee volle dagen is hij meestal bezig aan de vervaardiging van het nest. Eerst duurt het een heele poos, eer hij met de ligging tevreden is, en soms breekt hij alles weer af, om eens naar een anderen hoek te verhuizen.