Pagina:Herman Gorter, Verzen (1890).pdf/64

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

't Is zwart en donker,
kamerdonker als rook,
rood kolengeflonker,
daar boven holt de klok.

Langs de wanden bleekt flauw
een plaat en nog een —
het witte is lichtlauw,
't lijkt alles lang geleên.

Hoor, het leven vliedt, —
de klok holt, tik, tik
zing het jammerlied
van het oogenblik.