Naar inhoud springen

Pagina:Herman Gorter-De wereldrevolutie (1918).djvu/63

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

55

Maar het Proletariaat kan het toch veel beter en vlugger dan het Kapitaal.

Want het behoeft het Kapitaal niet te sparen. Den voorhanden rijkdom, de voorhanden productiemiddelen, kan het gebruiken voor allen, voor de geheele menschheid.

Want het kan ten eerste de productiekrachten onteigenen, en, terwijl het industrie, handel, transport, banken, en landbouw zelf in handen neemt, deze, door een kolossale, allesomvattende, centraliseerende regeling, ordenen. Daardoor zal het reeds veel meer arbeid uitsparen, veel meer arbeidsverspilling voorkomen, en aan veel meer arbeiders werk verschaffen dan het Kapitaal zou kunnen. Terwijl dit zou zorgen voor het voordeel van enkele groepen, keizers, koningen, bankiers, industrieëelen, reeders, jonkers enz., en dus gedwongen zou zijn, daardoor alleen reeds, slechts een deel van den arbeid te regelen, en te bevoordeelen, en dus den geheelen arbeid en de geheele massa der menschen verwaarloosde, zal het Proletariaat zorgen voor den geheelen Arbeid, en voor allen.

Het Proletariaat zal ook geen economischen oorlog te voeren hebben. Het zal dus den handel, het transport, den ruil internationaal kunnen regelen, wat het Kapitaal niet kan. Ook daardoor zal het veel productiever werken. Het Proletariaat zal zelfs den arbeid internationaal regelen, organiseeren en centraliseeren.

Het Proletariaat zal de vermogens onteigenen, en zoo de middelen vinden om millioenen werkeloozen, geruïneerden, verminkten, weduwen en weezen afdoende te helpen, en om de industrie, het transport, den handel, het krediet, overeind te helpen, te herstellen, en te vergrooten.

Het Proletariaat zal geen belastingen te betalen hebben, omdat het de schulden zal annulleeren.

Het Proletariaat zal niets voor nieuwe oorlostoerustingen, of voor nieuwe oorlogen te gebruiken of uit te geven hebben.

Het Proletariaat zal geen uitgaven te maken hebben voor weelde.

Het Proletariaat zal, inplaats van het staatssocialisme, dat slechts den monopolisten dient, het werkelijke Socialisme invoeren, dat allen ten goede komt.

Het Proletariaat zal, door een planmatige regeling der geheele productie en distributie, en doordat het slechts het noodzakelijkste voortbrengt, en de algemeene arbeidsplicht invoert, de productie geweldig verhoogen.