Pagina:Het Bouwbedrijf vol 006 no 010 p 201-203.djvu/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

KUNST- EN AR­CHI­TEC­TUUR­VER­NIEUWING IN ITALIË
door Théo van Doesburg.

[auteursrechtelijk beschermd]

Afb. 8. Atelierscomplex in de Via Margutta te Rome.
Arch. Gennario Ugo (rationalistische richting)

[auteursrechtelijk beschermd]

Afb. 9. Atelierscomplex in de Via Margutta te Rome.
Arch. Gennario Ugo.

Afgezien van het feit, dat wij de periode der uiterste zakelijkheid, die van het rationalisme, reeds eenige tientallen van jaren achter ons hebben, zoo is het toch van belang op te merken, dat landen, die in de moderne architectuurontwikkeling door de druk der traditie, eerst veel later tot vernieuwingen kwam, en zich bij de reeds vergevorderde architectuur van Europa aansloten (zooals in dit geval de jonge Italiaansche architecten) reeds aanstonds bij het rationalisme inzetten. Profijt trekkende van de snelle vooruitgang in andere landen (als Holland, Duitschland, Tjechoslowakije, enz.) viel het de jonge Italiaansche architecten niet moeilijk eenzelfde elementaire architectuur voor hun land op te eischen. Vóór 1926 was hiervan in Italië nog weinig of niets bekend. Toen ik in de zomer van het jaar 1926 Italië bezocht, heb ik noch te Milaan, noch te Florence, noch zelfs in Rome of in Napels ook maar het geringste spoor eener rationalistische architectuur kunnen ontdekken. De groote constructie der Fiatfabrieken van Trucco Matte te Turijn is slechts in enkele partijen te loven. De constructie is voor het meerendeel doodgewoon, zonder groote stoutmoedige overspanningen, slechts de groote automobielbaan op de terrassen is ingenieus gevonden. Deze constructie was, voorzoover ze niet aan klassieke bouwvormen herinnert, geheel onopzettelijk. Eerst veel later hebben de Duitsche en Fransche jongeren hierin een nieuwe bouwopvatting meenen te ontdekken, hetgeen de futuristen, belust op reclame, aanleiding gaf deze Fiatfabrieken als het uitgangspunt eener nieuwe Europeesche architectuur te propageeren. Zij gaan zelfs nog verder en maken zich een beetje belachelijk met hun bewering, dat de geheele architectuurvernieuwing van Europa van hen is uitgegaan. Niets is minder waar. We hebben slechts de absurde expressionistische fantasieën van een Marchi, de voortzetter der beginselen eener dynamische architectuur, de decoratieve, bij elkaar geraapte bombast van ’n Prampolini of Depero, te bezien om te beseffen, dat deze Italiaansche rationalistische architectuur veeleer als een reactie op de „futuristische” bouwkunst te beschouwen is. Beantwoordt deze laatste in haar dynamische vormen en lijnen ook al volkomen aan het Italiaansche „sensibele” temperament, de strenge elementaristische architectuur is daarmede lijnrecht in strijd. Deze laatste kan dus nooit de consequentie van de eerste zijn.
Een der geniaalste vertegenwoordigers van het Italiaansche rationalisme, de architect Alberto Sartoris, heeft in een helder geschreven en uitstekend gedocumenteerd artikel „Le Rationalisme Italien” de ware verhouding der Italiaansche moderne architectuur tot de Europeesche uiteen gezet. Deze jonge architect, die zoowel in zijn werk als in zijn theoretische uiteenzettingen een karaktervolle eerlijkheid aan den dag legt, heeft zich in Zwitserland terug getrokken, aangezien hij zich niet met de nationalistische dweperij der futuristen kon vereenigen. Zijn bedoelingen zijn klaar en zijn werken, waarvan wij hier de voornaamste reproduceeren, sluiten zich geheel bij de elementarische richting in de nieuwe Europeesche architectuur aan. Aan het bovengenoemde artikel ontleenen wij enkele passages, die een heldere kijk geven op de verhouding der twee voornaamste Italiaansche architectuurrichtingen.
„Afgezien van elke parti-pris (wij immers hebben ruimschoots ons aandeel in de vernieuwingspogingen op de breede weg der avant-garde!) constateeren wij, dat er groote verdeeldheid bestaat tusschen Rationalisme en Futurisme. Eerstgenoemde is niet uit laatstgenoemde richting ontstaan: ze gaan weliswaar parallel en zouden zich tenslotte ook kunnen vereenigen, doch het Rationalisme is geenszins product van het Futurisme. Wij herhalen nogmaals: het Italiaansche Rationalisme staat in inniger verband met de na-oorlogsche cultureele bewegingen in Europa. Het heeft daarom minder profijt kunnen trekken van het Futurisme, dat wel van het cubisme, van het suprematisme [1], van het constructivisme, van het surrealisme, van het neo-plasticisme, doch voor alles van het elementarisme, dat, wat de architectuur betreft, veel meer beproefde resultaten heeft opgeleverd dan het futurisme; toegegeven, dat dit de vernieuwing der beeldende kunsten in de geheele wereld zeer beïnvloed heeft. Dat het futurisme er toe heeft bijgedragen de nieuwe architectuur tot haar huidige vorm te brengen, het zou belachelijk zijn dit te willen ontkennen, doch dat het de rationalistische richting, die thans in geheel Europa op de voorgrond treedt, geschapen heeft is een brandende ongerijmdheid, welke de kunstenaars der avant-garde tot welke tendenz zij ook mogen behooren, nooit, en met recht, zullen aanvaarden.” (Sartoris 1929.)
Sartoris vraagt verder, waarom de futuristische architecten in Italië, indien zij zich dan willen doen gelden als de initiatoren van het reeds alom erkende „Rationalisme”, dit laatste nooit voorheen gepropageerd hebben. Dat de Italiaansche kunstenaars door nationalistische dweperij gedreven zich een streng-elementaristische kunst- en architectuuruitdrukking, geheel in strijd met hun onstuimig temperament, geheel in strijd met hun adoratie van het dynamische en spontane, willen toeëigenen, bewijst dat hun een eigen bron van inspiratie ontbreekt en bewijst tevens, dat deze zg. rationalistische richting zóó

201
  1. Zie mijn artikel over Rusland.