Naar inhoud springen

Pagina:Het Bouwbedrijf vol 006 no 010 p 201-203.djvu/3

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

203
BOUWBEDRIJF


 

Afb. 13. Interieurconstructie in een woonhuis te Utrecht. Beeldend ensemble van G. Rietveld (1923).

Afb. 14. Dit interieur-ensemble van de futuristische architect Ivo Pannaggi vertoont een treffende overeenkomst met het interieur van de geniale Hollandsche architect op afb. 13. Pannaggi’s interieur dateert uit 1925/26. Commentaar overbodig! (Futuristische richting?)

[auteursrechtelijk beschermd]

Afb. 16. Plattegrond 1e verdieping van afb. 15.

[auteursrechtelijk beschermd]

Afb. 17. Ontwerp voor een futuristenbar te Turijn.
Arch. Alberto Sartoris (rationalistische richting).

Sant Elia [1] op schitterende wijze, zoowel practisch als theoretisch weerlegd hebben. Door de invoering van de verticalen en horizontalen, hebben zij, volgens Sartoris een waarde geschapen, zoo fundamenteel, zoo essentieel, zoo volkomen, dat deze sinds dien onmisbaar geworden is.
Volgens Sartoris moeten de volgende architecten tot de vaste groep der Italiaansche rationalisten gerekend worden: Luigi Figini, Guido Frette, Sebastiano Larco, Adalberto Libera, Gino Pollini, Carlo Enrico Rava, Alberto Sartoris, Guiseppe Terragni en Giovanni Vedres. Vele dezer architecten hebben op hun actief reeds enkele serieuse realisaties te boeken. Hierover echter in een volgend artikel.

(Wordt vervolgd.)

NIEUWE UITGAVEN.

BERLINER ARCHITEKTUR DER NACHKRIEGZEIT, Albertus Verlag, Berlin W 35. Prijs R.M. 15.—.

Slechts de architect, die het geheim der verbinding van plastische en ruimtelijke motieven van zijn ruimteschepping, zijn bouwwerk, aanvoelt, en op zinrijke wijze de doelstelling weet te verwezenlijken, verheft zich, als scheppend kunstenaar, boven den „gevel artist” en zoo biedt de tegenwoordige bouwontwikkeling van de groote stad den werkelijken architect de prachtige gelegenheid, zijn kunnen in daden om te zetten.
Als eerste deel van de serie „Neue Architectur der Groszstädte” geeft dit uitstekend verzorgd boekwerk met een 150 groote afbeeldingen een duidelijk beeld van hetgeen in de laatste jaren door architecten van naam is tot stand gebracht; kantoorgebouwen, theaters, warenhuizen, villa’s, woonblokken en -wijken, vliegtuigloodsen, sportgebouwen en fabrieken, kortom de voornaamste bouwobjecten van de hedendaagsche cultuur.
De enkele platte gronden en doorsneden welke mede zijn opgenomen verhoogen daarbij wel de belangrijkheid van het geheel, alhoewel een uitbreiding daarvan wel gewenscht zou zijn. S.

  1. Dit Manifest, waaraan de Italianen zelf weinig beteekenis hechtten werd het eerst door het Holl. tijdschriftje De Stijl in 1919, no. 10, besproken.