Pagina:Het Hofbauer-Liefdewerk vol 001 no 001 Een woord vooraf.djvu/2

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
3
3
een woord vooraf.


bij opgave door de respectieve zelatricen en zelateurs de namen der overledene leden geplaatst worden, om hen in de godvruchtige gebeden hunner medeleden aan te bevelen.
Ten slotte zal er nog een rubriek zijn — hoe zou deze in een missietijdschrift mogen ontbreken? — van ingekomen giften. Deze rubriek zal niet door de redactie, maar door de Zelatricen en Zelateurs en door de Leden zelf verzorgd worden. Ge begrijpt waarom.
In iedere aflevering zal een lange en edelmoedige lijst prijken, daar rekenen onze missionarissen in Suriname op. Hoe ge dat moet aanleggen? Och dat weet ge zelf het beste. Aan dat ééne woord herinneren wij U: De liefde is vindingrijk.
De tweede vraag, waarop wij het antwoord moeten geven is: Hoe dikwijls zal het verschijnen. Voorloopig orn de drie maanden. Maar van ganscher harte hopen wij, dat ge ons door Uw ijverige propaganda dwingt het veelvuldiger te doen uitkomen.
Eindelijk de derde vraag: Hoeveel kost het abonnement? kan uit den aard der zaak al heel kort beantwoord worden: Het abonnement kost f. 1.25 per jaar.
Deze uitgave zal U zeker niet afschrikken. Immers het lidmaatschap van het Hofbauerliefdewerk en het abonnement op ons tijdschrift komt te staan op een uitgave van 3½ cent per week. Dat hebt ge gaarne over tot ondersteuning van onze Surinaamsche Missie.

Dit ter inleiding. Thans nog een enkel woord over deze eerste aflevering.
Den 16den October e.k. zal het 25 jaar geleden zijn, dat de groote en edele Bisschop Mgr. W. Wulfingh z.g. zijn heerlijke stichting voor de arme melaatschen in Suriname de St. Gerardus Majella Stichting grondvestte.
Gij zult het daarom alleszins passend vinden, dat het eerste nummer van ons tijdschrift aan de herdenking van dit heugelijk feit is gewijd, dat wij van dit eerste een feestnummer maken; waarlijk 25 jaren van melaatschenverpleging, d. i. van een werk der hoogste christelijke liefde — dit grandiose feit mag wel met een feestnummer herdacht worden.
Het doet ons harte goed, dat wij de eerste bladzijden van ons feestnummer mogen afstaan aan onzen Nederlandschen Kardinaal, Z. E. W. Kardinaal van Rossum. Z. D. H. Mgr. Th. van Roosmalen mocht naar aanleiding van dit jubelfeest een eigenhandig geschreven brief van Zijn Eminentie ontvangen.
En thans is onze inleiding ten einde en hebben wij met elkander kennis gemaakt.
Moge de schutspatroon van het Hofbauerliefdewerk en van ons tijdschrift, de H. Clemens Maria Hofbauer, wiens eerste eeuwfeest van zijn glorieus afsterven wij zoo pas hebben gevierd, onzen arbeid zegenen. God zij met ons.

DE REDACTIE.