Pagina:Het Koninkrijk Deel 02 Neutraal (1969).djvu/27

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

KONINGIN WILHELMINA

geneigd zijn, haar opvoeding van minstens zo grote betekenis te achten als de aard van die ene overgrootvader (tsaar Paul) en die ene grootmoeder (Anna Paulowna, moeder van koning Willem III).

Daarbij moet dan nog bedacht worden dat de combinatie van toegevendheid en dwang ook in later jaren gehandhaafd bleef; dwang, voorzover de koningin na haar inhuldiging dagelijks onderworpen bleef aan knellende voorschriften van étiquette en protocol, aan de nimmer-aflatende opeenvolging van publieke functies die zij moest uitoefenen - kortom, aan het jaar in, jaar uit nagenoeg voortdurend voor haar, voor haar alléén, geldend stelsel van geschreven en ongeschreven gedragsregels dat zij zelf in Eenzaam maar niet alleen als 'de kooi' zou gaan aanduiden.[1] Waar zij zich maar vertoonde, was zij door eerbetoon omgeven. Meer dan dat. De étiquette eiste dat niemand (met uitzondering van de ministers en de vice-president van de Raad van State) buitens- of binnenskamers haar ooit tegensprak. Strikt hield de hofhouding zich aan die misvormende regel. Dwaze situaties vloeiden er soms uit voort. Als 'een van de vele gevallen' noemt Booy het ingrijpen van hovelingen die

'een jong, eenvoudig standhouder op een expositie zo ongeveer besprongen, nadat hij op de opmerking van de koningin: 'Dat is dus kamgaren. Katoen, nietwaar?' geantwoord had: 'Nee, majesteit, kamgaren is wol.' 'Men spreekt de koningin niet tegen!' 'Maar kamgaren is geen katoen.' 'Dat doet er niet toe.' 'Ik mag toch niet liegen en zeker niet tegen de koningin. Wat had ik dan moeten zeggen?' 'Ja, majesteit, dat is katoen, een wolsoort die katoen genoemd wordt, of alleen: Ja, majesteit.''[2]

En niet alleen het protocol bemoeilijkte de normale relatie tussen de koningin en andere mensen. Er was een tweede, minstens zo belangrijke factor.

Koningin Wilhelmina werd in haar tijd en in het toen geldend cultuurpatroon door de meeste mensen als een wezen van hoger orde beschouwd, als een soort sprookjesfiguur die over magische kracht beschikte. Ontzag en bevangenheid waren als regel al vóór enig contact plaats vond, in de geest van nagenoeg allen aanwezig die haar naderden. Dat betekende dat wat haar van jongsaf voorgehouden was: dat zij als koningin boven de medemens geplaatst was, in het gedrag van die medemens bevestiging vond. Dat bleef niet zonder gevolgen. Tijdens haar leven is Booy niet de enige geweest, die

  1. Koningin Wilhelmina: Eenzaam maar niet alleen, p. 61.
  2. Booy: De levensavond van koningin Wilhelmina, p. 232.

20