Pagina:Het Vaderland vol 068 1937-02-01 Avondblad KUNST EN LETTEREN.pdf/2

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Inhoud van tijdschriften

Beeldende Kunst, maandblad onder redactie van H. P. Bremmer, heelt wederom zeer goede reproducties van kunstwerken. Het is altijd een genot om naar de afbeeldingen te kijken en de tekst van Bremmer is verklarend en instructief.
Op den omslag een reproductie van een ets van Charles Daubigny en verder zien we hier werk van L. Ghiberti; F. Brunellesco, Filippino Lippe, F. van Schooten, Rembrandt, een teekening uit omstreeks 1635 uit de Albertina te Weenen; J. Raedecker en J. Nieweg.
Aan verscheidenheid geen gebrek.

Boekcier, het orgaan van den Ned. Exlibris Kring (N.E.K.), schrijft bij de afbeeldingen van eenige exlibris o.a.: „De leerlingen van de Middelbare Kunstnijverheidsschool te Maastricht beginnen in het derde en vierde leerjaar met het ontwerpen van exlibris in de grafieklessen. Het is voor de ontwikkeling van de exlibriskunst van veel belang, dat de juiste begrippen en eischen van die kunst aan de jongeren worden bijgebracht. Het is dan ook met vreugde, dat wij van dit onderricht aan deze Limburgsche Kunstnijverheidsschool gewag maken. Dat de leerlingen zich gaarne vrij uiten en dat de docent in dit onderwerp een gereede aanleiding vindt om over compositie te spreken, zijn bovendien goede zijden. Doch voor ons is het feit zelf van beteekenis.”
De afgebeelde exlibris van deze leerlingen zijn het aankijken waard.
Verder een opwekking voor de Paaschzending en allerlei mededeelingen.



Poesjkin-herdenking

Onder voorzitterschap van den Russischen commissaris voor volksopvoeding Boebnof is in het Kremlin een vergadering gehouden van het Poesjkin-comité, welke ten doel had voorbereidingen te treffen voor de herdenking van den sterfdag voor 100 jaar van den dichter.
De vergadering werd bijgewoond door verscheidene autoriteiten op kunstgebied en bekende geleerden uit de Sowjetunie.
Boebnof deelde mee, dat het plan tot de publicatie van de verzamelde werken van den dichter bijna ten uitvoer is gelegd. In de afgeloopen drie maanden zijn honderdduizend exemplaren verschenen van de uitgave van Poesjkins werken in zes deelen. Van de uitgave in een band werden 350.000 exemplaren gedrukt, terwijl van de afzonderlijke werken resp. 100.000, 200.000 en 400.000 exemplaren het licht zagen.
Het werk van den dichter werd in allerlei talen, waarin het nog nooit gepubliceerd was, vertaald. In het geschiedkundig museum te Moskou zal een tentoonstelling worden gewijd aan het leven van Poesjkin, waarbij vooral aandacht zal worden besteed aan de sociale en politieke omstandigheden, waaronder de kunstenaar werkte, zijn strijd tegen de onbeperkte heerschappij en zijn buitengewone populariteit onder het Russische volk.
Op grootscheepsche wijze zal in de heele Sowjetunie de sterfdag van Poesjkin worden herdacht in den vorm van vergaderingen, lezingen, theatervoorstellingen enz. Te Leningrad zal de woning, waar de dichter leefde en werkte tot een museum worden ingericht en zal een monument worden gebouwd op de plaats, waar hij in een tweegevecht den dood vond.
Ook in Frankrijk, Engeland, de Ver. Staten, Turkije, China, België en andere landen zullen herdenkingsplechtigheden worden georganiseerd.



INTERNATIONALE KUNSTREVUE.

Die Kunstwelt, de opvolgster van den Kunstwanderer, schijnt dezen ook in den dood gevolgd te zijn. Ten minste we hebben nu het eerste nummer ontvangen van Adolph Donaths nieuwe Maandblad voor Kunstvrienden en verzamelaars Internationale Kunstrevue. Hij zelf schrijft, natuurlijk waarover dan over het zien en verzamelen van kunst? F. Neuburg behandelt het sieraad in de goudsmeedkunst, welke duizenden jaren geleden al op een hoogen trap stond.
A. Heppner geeft een overzicht van het Nederlandsche kunstjaar 1936, dat z.i. bewijst dat in ons land, dit oude, veel van kunst houdende land van groote meesters der schilderkunst, de belangstelling voor kunst uiterst levend is en van alle kanten aanmoediging ontvangt. H. Beckmann zet de beteekenis van het tooneeldecor uiteen. S. Poglayen—Neuwalb bespreekt romanistische schilderingen in den Weenschen kunsthandel, o.a. een verliefden grijsaard van Jan Sanders van Hemessen, den eigenlijken vader van de Hollandsche zedeschilderij en voorlooper van Pieter Aertsen, van wien een Christus bij Maria en Martha is afgebeeld, welke sterken Italiaanschen invloed verraadt. Dr J. Volf van het Nationale Museum in Praag schrijft over Steinbachs Düreriana. De prelaat van het Cistercienserklooster Saar in Bohemen bezat in zijn groote verzameling, welke aan zijn dood in 1791 publiek verkocht is, niet minder dan 119 schilderijen en gravures, 28 houtsneden en 28 speciale drukken van Dürer. Over het verloop der veiling ontbreken nog nadere inlichtingen; waarschijnlijk is de verzameling gekomen in handen van Boheemsche en Weensche verzamelaars.
Uit de mededeeling betreffende de overneming door den staat Tsjecho-Slowakije van de verzameling der Patriotischen Kunstfreunde te Praag, blijkt, dat de leden dezer vereeniging jaarlijks een millioen kronen voor de uitbreiding van de verzameling bijeenbrengen, welk bedrag voortaan aan het Rijksmuseum zal ten goede komen. Dat is voorbeeldig.
Donath getuigt zijn dank voor het geschenk, dat de Nederlandsche museumdirecteuren en kunstvrienden hem door prof. dr Martin en dr H. Schneider hebben doen zenden ter gelegenheid van zijn zestigsten verjaardag.



DE FRANSCHE ENCYCLOPEDIE.

Met alle waardeering voor de groote inspanning, die de samenstellers van de in staat van wording zijnde Fransche encyclopedie zich getroosten bij de toepassing van een nieuwe, levende methode, is eenige maanden geleden met de stukken aangetoond, dat het artikel over de Nederlandsche literatuur gebrekkig is.
De daartegen ingebrachte bezwaren werden niet aan doovemansooren gesproken: de verantwoordelijke mannen erkennen de gegrondheid van de klacht. De keus van de Waalsche medewerkster, met de samenstelling van dit onderdeel belast wordt niet gelukkig genoemd.
Het gepleegde verzuim is voor verbetering vatbaar. Zoo spoedig mogelijk wordt hierin voorzien, doordat een bijvoegsel wordt ingelegd, dat een ander overzicht kan bevatten. De manier, waarop het werk wordt opgebouwd en bijgewerkt, maakt dit mogelijk. Het spreekt vanzelf, dat niet alleen tegen deze beschouwing bedenking gerezen is.
De waarde van het standaardwerk kan er slechts door winnen.



In de Jour roomt Marcel Thiebault de Fransche vertaling van A. den Doolaards Oriënt Express en de beschrijvingskunst van den auteur, vooral waar het schokkende gebeurtenissen betreft. Over zijn psychologisch doordringingsvermogen is hij minder te spreken.



Pierre Bertaux heeft bij Hachette te Parijs uitgegeven Hölderlin, essai de biographie intérieure en Le lyrisme mythique de Hölderlin, Contribution a l’étude des rapports de son hellénisme avec sa poésie.



In de Tretjakof-galerij te Moskou is een tentoonstelling geopend van werken van Soerikof (1848-1916), bestaande uit meer dan 500 studies, teekeningen, schilderijen en ontwerpen. Speciale aandacht verdient het schilderij van den „Grijsaard in den moestuin”. Van dit schilderij meende men, dat het verloren was geraakt; kortgeleden echter werd het in zeer slechten staat teruggevonden en men slaagde er in, het weer te restaureeren.



CONCERT- EN THEATERGIDS.

Het Hollandsch Instrumentaal Kwintet zal Woensdag a.s. in Diligentia o.a. het Capriccio van Henk Badings ten gehoore brengen, dat de componist aan het ensemble heeft opgedragen. Voorts speelt het Kwintet „de Suite en Quintette” van René Bernier en een „Sonate en cinq” van Malipiero. Deze beide werken zijn eerste uitvoeringen in Nederland. Verder vermeldt het programma nog trio’s van Julius Röntgen en Albert Roussel.


Het Ver. R’d. Hofstad-Tooneel, dir. Cor van der Lugt Melsert geeft gedurende deze week een serie voorstellingen in den Kon. Schouwburg.
Vrijdag 5 en Zaterdagavond 6 Februari het Amerikaansche successtuk: Carrière.
Zondagmiddag 7 ep Dinsdagavond 9 Febrari: G. Bernard Shaws De Keizer van Amerika.
Zondagavond 7 Februari een populaire voorstelling van het tooneelstuk: Leontientje.


Bronislaw Huberman zal dit seizoen slechts eenmaal in Den Haag optreden, n.l. op Dinsdag 16 Februari a.s. in Diligentia op het vijfde abonnementsconcert der Ned. Conc.-dir. J. Beek.



Weekbladen

Nationaal Herstel is ditmaal een nummer gewijd aan mr N. H. A. van Gybland Oosterhoff, den secretaris van het Verbond voor Nat. Herstel. Het getuigt van de groote liefde en eerbied welke hij genoot in dezen kring.

De Wereldkroniek brengt mooie foto’s uit het land, waarvan thans veel gesproken wordt: Marokko. Maar ook de schoonheid van Nederland wordt niet vergeten. Actueel is het fraai geïllustreerde artikel over skiën. Voorts een paar aardige verhalen en de gewone rubrieken.

Panorama vertelt bij foto’s van het koninginnetje der Engelsche jeugd, Elisabeth, van de achtjarige Mickey Mouse en van het Fransche leger in het Oosten. Voorts een artikel over de zorg voor goede vakmenschen en tal van actualiteiten in beeld.

Stad en Land herinnert aan het carnaval en herdenkt Jan Pieterszoon Coen. Voorts een keur van foto’s, en onderhoudende bijdragen.

In Het Leven een geïllustreerd artikel over den vrijen handel in arsenicum in Indië. Verder iets over zwarte ballerina’s en veel geïllustreerd actueel nieuws.

De Zakenwereld acht op het oogenblik een grondslag aanwezig om tot Vrijer ruilverkeer te geraken, terwijl ook de vrees voor een nieuwen depreciatiewedloop als gevolg van dit herstelde evenwicht niet onaanzienlijk is verminderd: het is immers niet langer noodig het binnenlandsche prijspeil tegen werelddeflatie te beschermen.
H.i. zal in het algemeen gesproken de stijging der goederenprijzen niet veel verder doorzetten. Er zullen natuurlijk ten aanzien van bepaalde producten uitzonderingen zich voordoen, terwijl het wellicht mogelljk is, dat hier en daar een ongezonde speculatie zich van een product zal meester maken, doch dit zal weinig afdoen aan de algemeene tendens. De groote vraag zal thans zijn, of de wereld in staat is het herwonnen prijsevenwicht zonder al te groote schommelingen te handhaven.

FILMNIEUWS



„PAREH”.

De stichting „I.N.E.F.” heeft Zaterdag in het Roxy-Theater te Amsterdam, daartoe in staat gesteld door het Tuschinsky-concern, een Indische filmvoorstelling gegeven.
Mr D. Crena de Iongh, president van de Nederlandsche Handel-Mij, heeft de film ingeleid bij het publiek, waarbij hij den wethouders Jac. Rustige en S. R. de Miranda dank bracht voor hun tegenwoordigheid op deze eerste Indische filmvoorstelling. Verder zei spr. dat hij hoopte, dat deze film belangstelling zou wekken voor Ned.Indië, dat ons zoo lief is. Ned.-Indië heeft ook weer de laatste weken getoond één te zijn met Nederland door mede te leven met de viering van het huwelijk onzer Prinses.
Deze eenheid legt ons verplichtingen op, zei spr. en hij herinnerde er voorts aan, dat bij de première in Den Haag minister dr H. Colijn de fllm warm heeft aanbevolen. Ten slotte hoopte spr. dat deze film zal bijdragen tot nog grootere belangstelling voor onze Indische bezittingen. We kregen daarna op het witte doek verschillende belangwekkende tafereelen uit het Indische leven en het leven in de groote steden van Java te zien. Ten slotte werd de Indische speelfilm „Pareh” gegeven, die groote belangstelling bij het publiek vond.
De Nederlandsche première van deze film ging enkele weken geleden in Den Haag.



AMERIKAANSCHE CARUSO-FILM.

De Agenzia di Roma verneemt uit Nieuw-York, dat een Amerikaansche filmonderneming het initiatief heeft genomen voor een groote film gewijd aan Caruso. Dezer dagen zijn in Italië twee dramaturgen gearriveerd, Burnett Hershey en Lyon Mearson, die aldaar de fllm op touw zullen zetten. Eveneens is met hen in Napels aangekomen de Amerikaansche regisseur George Cukor van Hollywood, wiens naam bekend is als de regisseur van „David Copperfield.”



„THE MAN IN POSSESSION”.

De nieuwe film, die onder regie van W. S. van Dyke in voorbereiding is, heet The Man in Possession van H. N. Harwood, voor de film bewerkt door Ernst Vajda en Hugh Mills. Jean Harlow en Robert Taylor zullen de hoofdrollen spelen.



ROBERT Z. LEONARD.

Robert Z. Leonard, de regisseur van een groot aantal internationaal bekende films, waarvan The Great Ziegfeld de laatste was, viert de volgende maand den twintigsten verjaardag van zijn regisseurscarrière. Tevens is hij dan 27 jaar in de filmproductie werkzaam, want van 1910 tot 1917 was hij filmacteur.
De volgende film, die Leonard zal regisseeren, is The Firefly, met Jeannette MacDonald, Allan Jones en Frank Morgan in de hoofdrollen.



DE LIEVELINGEN VAN HET AMERIKAANSCHE BIOSCOOP-PUBLIEK

Het Amerikaansche filmvakblad „Motion Picture Herald” heeft, evenals ieder jaar, een enquête gehouden naar de lievelingen van het bioscooppubliek. Deze onderzoekingen worden uitermate grondig en op groote schaal gehouden, daar men er buitengewoon veel waarde aan hecht. Ditmaal kwamen de volgende tien favorieten in de onderstaande volgorde als winnaars te voorschijn.
Shirley Temple, Clark Gable, Fred Astaire en Ginger Rogers, Robert Taylor, Joe E. Brown, Dick Powell, Joan Crawford, Claudette Colbert, Jeannette MacDonald, Gary Cooper.
Na dit tiental volgden, wederom in de volgorde dezer opsomming: Jane Withers, James Cagney, William Powell, Jean Harlow, Wallace Beery, Fred McMurray, Irene Dunne, Myrna Loy, Ginger Rogers (ditmaal zònder haar partner Fred Astaire, dus als soliste), Warner Baxter, Bing Crosby, de Canadeesche Vijfling, Janet Gaynor, Nelson Eddy.

Indië on den filmband


De Bataviasche redacteur van de Ind. Crt. heeft een onderhoud gehad met den administrateur van het A.N.I.F. mr Chr. A. de Vries. Aan het uitvoerig artikel ontleenen wij het volgende:
Dc eerste ANIF-films heeft men reeds kunnen zien; de kwaliteit was nog niet zoo, als men die zelf wenscht, wat zijn oorzaak vond in de bijzondere omstandigheden, waaronder moest worden gewerkt.
Sedert het tijdelijk atelier geheel in gebruik kon worden genomen, kwam hierin verbetering.
Gevraagd, of men zeker is altijd voldoende actueele objecten te hebben, betoogde de heer De Vries, dat geen vrees voor het tegendeel behoeft te bestaan. Er doen zich telkens onderwerpen voor, welke in aanmerking komen.
Teneinde omtrent komende belangrijke gebeurtenissen op de hoogte te blijven, is samenwerking met Aneta verkregen.
Van den aanvang af heeft men het terrein, waarop ANIF werkzaam zal zijn, zoo ruim mogelijk gekozen; Batavia blijft het centrum; in Djokja werd reeds een vaste correspondent aangesteld, voor een vertegenwoordiger te Soerabaja zijn onderhandelingen gaande, in Medan heeft men medewerking verkregen. De bedoeling is, op den duur ook op Celebes een vasten post te vestigen.
Er wordt bij de opnamen rekening mede gehouden, dat deze voor Nederland en voor Indië geschikt zijn. Specifiek Indische gebeurtenissen welke hier wel op belangstelling kunnen rekenen, doch niet in Nederland, zullen c.q. aan het journaal voor Indië worden toegevoegd (b.v. sportwedstrijden), ofwel er zal met een beknopte opname in het journaal worden volstaan.

ANIF en INEF.

Uit het voorgaande blijkt duidelijk, dat het werk van de ANIF ten slotte naar eenzelfde doel leidt als de INEF zich stelde. Daarom is de vraag gewettigd, of niet gemotiveerd zou zijn, dat de Nederlandsche stichting, die zich een ideëel doel stelt, zich daadwerkelijk ging interesseeren in het ANIF. Ook in andere opzichten zou samenwerking mogelijk zijn, doordat de INEF een voorlichtende propaganda zou kunnen voeren voor de journaal-films van het ANIF. Het denkbeeld is voor verdere uitbreiding en variatie vatbaar; hoofdzaak is, dat we nu met het ANlF-journaal goed op weg zijn, om Indië per film naar Nederland te brengen; aan INEF zij het dan toevertrouwd, de zaak verder te pousseeren. Wij kregen den indruk, dat er goede verwachtingen zijn, dat ’t tot een samenwerking zal komen.



MARIE PRéVOST. †

De Canadeesche filmactrice Marie Prévost is te Hollywood plotseling overleden. Zij is vooral bekend geworden door haar vertolking van de hoofdrol in The Marriage Circle onder regie van Ernst Lubitsch, in 1924.



G. W. PABST.

G. W. Pabst, die te Parijs juist zijn film Mademoiselle Docteur heeft voltoond, bereidt een film voor over Josephine de Beauharnais, die hij in het Fransch en in het Engelsch wil opnemen. Pabst heeft Ruth Chatterton uitgenoodigd de hoofdrol te spelen.

TIJDSCHRIFTEN

ELSEVIERS MAANDSCHRIFT.

De heel oude lezers zullen zich Elseviers Maandschrift nog wel herinneren in een omslag met tulpen. Daarna is het blad jaren lang in een groen omslag verschenen en thans heeft mej. Debora Duyvis voor den nieuwen jaargang een omslag ontworpen in geel, een ontwerp, dat ook om zijn zuiver typografische schoonheid geprezen moet worden.
Urbain van de Voorde, over wiens boek Het pact van Faustus, juist een onderzoek wordt ingesteld naar de oorspronkelijkheid, heeft een rijk geïllustreerd opstel gewijd aan den jong gestorven schilder Henri Evenepoel, die zeer interessant werk heeft nagelaten.
De te Parijs wonende Hongaarsche beeldhouwer Csaky heeft een artikel afgestaan over onze geheele tegenwoordige z.g. Kunstperiode.
Mevr. dr Annie Mankes-Zernike, die reeds menigmaal van haar liefde en bewondering voor den dichter Rainer Maria Rilke heeft getuigd, vindt aanleiding in het feit, dat hij tien jaar geleden gestorven is, om nog eens op deze bijzondere figuur te wijzen en zijn beteekenis aan te toonen.
Aan letterkunde bevat dit blad in de eerste plaats het begin van een nagelaten roman — of is het een novelle? — van den betreurden Slauerhoff: De opstand van Guadalajara. Het is een pakkend begin van een verhaal, dat in Mexico speelt. Met belangstelling zien wij het vervolg tegemoet.
Verder is er nog proza van de te weinig gekende Nine van der Schaaf en verzen van P. H. van Moerkerken, Johan de Molenaar en J. van Hattum.
De Kroniek is wederom met zorg geredigeerd. Als geheel een mooi nummer.

DE THEOSOOF.

Het Februarinummer bevat herdrukken of vertalingen van de volgende artikelen: Studies in de geheime leer. VI. Godheid is wet (The Theos. Mov. Deel V, blz. 107); De strijd in het denkvermogen (The Theos. Mov. Jan. 1935); Vuurloopen als psychisch verschijnsel (London U.L.T. Bulletin Oct. 1935); Over het denkvermogen (The Path. Dec. 1894) en Het Oosten: Griekenland en Voor-Indië (The Theos. Mov. Sept 1936). Verder uitspraken van Mahatma K. H., Blavatsky en William Q. Judge over de Theosophische Beweging.


HET TOEKOMSTIG LEVEN.

In het Febr.-nummer vervolgt G. Zorab zijn studie over: De projectie van het astraal lichaam, waarin hij uitvoerig stil staat bij de experimenten van Muldoon.
R. O. van Holthe tot Echten vertelt uit Carmen Sylva’s boek: Mein Penatenwinkel.
G. Zorab geeft verder een artikel over: Misdadigers door media aan het gerecht overgeleverd.
D. Heynes doet mededeelingen over het spiritistisch museum.
A. J. Gevers Leuven vertelt van een merkwaardige proef.
H. V. H. t. E. doet nog verslag van verbijsterende verschijnselen in Mexico.


SPIRITISCHE BLADEN.

Het nummer van 1 Febr. opent als gewoonlijk met een min of meer stichtelijk woord van W. van Gorcum.
J. H. E. begint met een beschouwing over: Ervaringen op spiritisch gebied.
Ishtair dient aan „ei van Columbus”, maar redacteur v. G. vindt het ei „een slag in de lucht”.
J. de Graaf geeft antwoord op de vraag: Wat is leed?
Th. Vermeer schrijft over Ethische seance, welke een geheel andere sfeer heeft dan de tafelseance.
A. de J. de K. schrijft een brief aan een „teleurgesteld spiritist”.
Verder de rubrieken: Ervaringen en mededeelingen van onze lezers en Mengelingen.
Naar aanleiding van het vonnis der bedriegende mediums A. v. d. B. en B. geeft ’t hoofdbestuur van Harmonia een verklaring af, waaraan wij ontleenen:
„Ons rest medelijden met deze menschen, die onze — en volgens hun zeggen, ook hun — heilige overtuiging zoo neerhaalden.
En daarnaast een herhaalde waarschuwing aan allen, om zulke seances alleen bij te wonen onder goede controlevoorwaarden, en ze anders te negeeren.
Ten slotte ziet het H.B. het als zijn plicht, om mevrouw A. Bongers te Arnhem en den heer J. G. Happel te Wassenaar, die het bedrog constateerden en de zaak aanhangig maakten bij de justitie, te zuiveren van de blaam, als zouden ze hiermee on-spiritisch gehandeld hebben. Het was hun plicht als spiritist om zoo te doen, en Harmonia is hun daarvoor dankbaar”.


STAAL.

E. A. van Genderen Stort schrijft over de berekening van stalen liggers op doorbuiging en C. R. over het belangwekkend torenhuis Littoria in Turijn van 19 verdiepingen en 72.30 m hoogte, samen met een hoofdgebouw van 9 étages en 37 m hoogte. Op den toren is nog een klokketoren van 12.70 m gezet, zoodat de totale hoogte daar 85 m is. Hoewel het in een klassieke omgeving staat, stoort het niet. Verder iets over de eerste in staalskelet uitgevoerde kerk van Tsjecho-Slowakije, de St. Jozef in Moravisch Ostrau.

ONDERWIJS



Prof. Dr A. J. WENSINCK.

Op Zaterdag 27 Maart a.s. is het 25 laar geleden dat prof. dr A. J. Wensinck, hoogleeraar in de faculteit der letteren en wijsbegeerte aan de Leidsche Universiteit, het hoogleeraarsambt aanvaardde.



Prof. Dr W. B. KRISTENSEN.

Prof. dr W. B. Kristensen, hoogleeraar in de geschiedenis der godsdiensten in het algemeen en in de phaenomenologie van den godsdienst, zal aan het einde van dezen cursus in verband met het bereiken van den 70-jarigen leeftijd het hoogleeraarsambt te Leiden neerleggen.



Prof. Dr K. MARTIN.

Op 8 December zal het zestig jaar geleden zijn dat prof. dr K. Martin, de eerste hoogleeraar in de geologie aan de Leidsche Universiteit, zijn ambt aanvaardde. Wegens het bereiken van den 70-jar. leeftijd legde prof. Martin aan het einde van het studiejaar 1921/1922 zijn ambt neer.



HARTMANS-TIJDSCHRIFTFONDS.

Het bestuur van Hartmans-Tijdschriftfonds, gesticht bij akte d.d. 23 Juni 1934, is van plan, overeenkomstig artikel 2 der statuten, over het jaar 1937 aan enkele financieel niet voldoende krachtige personen een tegemoetkoming te verleenen in de kosten van de studie voor een der examens afgenomen door de Nederlandsche Vereeniging voor Gemeentebelangen.
Zij, die daarvoor in aanmerking wenschen te komen, kunnen op verzoek een aanvraagformulier verkrijgen bij den secretaris van het bestuur, J. J. L. M. Verwiel, burgemeester van Oisterwijk.



Univ. examens.

WAGENINGEN. — Landbouwhoogeschool. — Geslaagd voor het candidaatsexamen Koloniale Landbouw de heeren H. Danoesastro, P. J. Feij, A P. Petrie, A[.] C. J. Scheffelaar, H. G. van Setten.
AMSTERDAM. — Vrije Universiteit — Doctoraal examen in de rechten G. C. Aalders, Hilversum.

Prof. Ir W. K. BEHRENS †

Te Delft is, 77 jaar oud, overleden prof. ir W. K. Behrens, oud-hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool en een onzer groote waterbouwkundigen.
29 Juni 1859 te Rotterdam geboren, studeerde hij aan de Polytechnische School en slaagde in 1879 voor het examen van civiel ingenieur. In hetzelfde jaar werd hij buitengewoon opzichter bij de werken van den Rijn. In 1882 volgde zijn benoeming tot adspirant-ingenieur bij ’s Rijks Waterstaat en werd hij te werk gesteld bij den aanleg van kanalen en bij de herziening van de rivierkaarten.

Na zijn bevordering tot ingenieur bij den Waterstaat was hij van 1889—1891 arrondissementsingenieur te Maastricht. Van 1891—1894 was ir Behrens gedetacheerd bij het Dep. van Waterstaat, Handel en Nijverheid en belast met het secretariaat van de Zuiderzeecommissie. Hij was vervolgens arrondissementsingenieur te Hoorn van 1894 tot 1895 en te ’s-Hertogenbosch van 1895 tot 1900. In deze laatste functie was hem tevens het toezicht opgedragen over de tot het rivierbeheer behoorende werken tot verlegging van den Maasmond.
Van 1 Januari 1899 tot 1 Augustus 1900 was hij belast met het onderwijs aan de Polytechnische School. Toen werd hij gewoon hoogleeraar in de waterbouwkunde.
Gedurende de studiejaren 1913 tot 1916 was prof. Behrens rector magnificus. Tijdens zijn rectoraat moesten vele buitengewone regelingen worden getroffen in verband met het verleenen van studieverloven aan studenten en het inschrijven van geïnterneerde militairen voor het volgen van de colleges.
1 September 1924 kreeg hij op verzoek eervol ontslag als hoogleeraar. Bij zijn afscheidscollege is hem 12 Juni 1924 hartelijk hulde gebracht. Zijn door de studenten aangeboden geschilderde portret hangt in de Prinsenkamer van het hoofdgebouw.
Vele jaren is prof. Behrens voorzitter van de Gezondheidscommissie voor Delft geweest en sinds Maart 1924 had hij voor den Senaat van de Technische Hoogeschool zitting in het curatorium der Thorbecke-stichting. Hij was in 1912/13 algemeen voorzitter van het Nederl. Natuur- en Geneeskundig Congres. In 1903 lid der Staatscommissie in zake oprichting van een Rijksstation voor phys.-technologisch onderzoek, werd in 1918 lid der Staatscommissie in zake de oprichting van een sleeptank in Nederland en lid der Staatscommissie betreffende hooge waterstanden als gevolg van afsluiting van de Zuiderzee. Van 1919 tot 1923, toen hij uit deze commissie ging, is hij lid van den Zuiderzeeraad geweest.
Prof. Behrens was ridder in de Orde van den Ned. Leeuw en in die van Oranje-Nassau en ridder 4e klasse van den Rooden Adelaar.



EXAMENS NIJVERHEIDSONDERWIJS AKTEN Na EN Ns.

De minister van Onderwijs brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in den loop van het jaar 1937 gelegenheid zal worden gegeven tot het afleggen van de examens ter verkrijging van de akten van bekwaamheid tot het geven van nijverheidsonderwijs, gemerkt Na en Ns, van de aanteekeningen op de akte Na voor het dameskleermaken en voor het vervaardigen van fijn huishoud- en lijfgoed, alsmede van de getuigschriften, bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de Nijverheidsonderwijswet, behoorende bij een van deze akten en aanteekeningen.
Zij, die aan deze examens wenschen deel te nemen, moeten zich vóór 1 Maart 1937 aanmelden bij de inspectrice van het nijverheidsonderwijs, mej. J. F. Beumer, Surinamestraat 54, te ’s-Gravenhage, bij brief op ongezegeld papier, met nauwkeurige opgave van naam, voornamen (voluit), woonplaats en adres.
Nadere bijzonderheden bevat de Ned. St. Ct. van Donderdag.

TIJDELIJKE LEEROPDRACHT Dr SILLEVIS SMITT.

Wij vernemen, dat voorloopig de voorgenomen nieuwe leerstoel in de neurologie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht niet zal worden bezet en in dit deel van het onderwijs van wijlen prof. L. Bouman, evenals tot dusver zal worden voorzien door verlenging van de tijdelijke leeropdracht verleend aan den hoofdassistent dr W. G. Sillevis Smitt, zenuwarts te Utrecht.