Naar inhoud springen

Pagina:Het Yellowstone-Park (1904).djvu/131

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
119

bekleed met de bruine wieren, die er deels in vlokken en deels in draden groeien, en die, als men ze wegveegt, van onderen weer blijken groen te zijn. Zij zetten nog laatste overblijfselen van het opgeloste kiezelzuur uit het water af en vormen dus allengs een verhardende korst tegen de binnenzijde van den wand der goot.

Tusschen al deze lage en breede geyserietheuvels, met hun tallooze bekken en spleten, stroomt de Firehole-rivier in sierlijke kronkelingen. Soms hellen de heuvels zoo sterk, dat zij het water nog heet in de rivier brengen; soms zijn zij zoo vlak en wordt het water zoo breed uitgespreid, dat het afkoelt en een soort van moeras vormt, waarin gras en biezen en talrijke bloemen welig tieren. Vlak langs de rivier vindt men somwijlen ook heete bronnen, soms ook kegelvormige kraters rondom kokende poeltjes. Meest zijn zij grijswit, soms met bruine wieren zoo sterk overgroeid, dat de toeristen ze met den naam van chocolade-potten bestempelen. Enkele kraters liggen niet hooger dan de rivier zelf; kokend en in een breeden stroom zag ik hier het water in de rivier vloeien zoodat plaatselijk alle groei van hoogere planten belet werd. Zelfs hoog opspringende geysers vindt men aan den rand van den stroom, bijna in de rivier zelve.

Rondom zijn de bergen met het donkere dennebosch bedekt, of ziet men op de hellingen de tallooze kleine gewassen, die ze met een dicht en overal bloeiend gazon bekleeden. In de moerasachtige gedeelten langs de rivier, tusschen het hooge gras, schitteren de blauwe sterbloemen der Sisyrrhynchium's, de gele Mimulus, paarsche asters, lange witte bloemtrossen van Orchideeën en tal van andere fraai bloeiende