Pagina:Het Yellowstone-Park (1904).djvu/181

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
169
 

is het gewicht der hersenen in vergelijking met dat van het lichaam in die latere geologische tijden meer dan verdubbeld.

Brooks neemt nu aan, dat het begin der cambrische periode ook zulk een tijd van snellen vooruitgang in een bepaalde richting was, en wel in de richting van die vaste kalkachtige lichaamsdeelen, die in fossielen staat zijn overgebleven. De reden, waarom uit oudere tijden geen fossielen bekend zijn, zou dan eenvoudig deze zijn, dat alle lichaamsdeelen nog week en voor fossilisatie ongeschikt waren. En de oorzaak van die verandering zoekt hij in den overgang van het leven uit de hoogere lagen der zee naar den bodem.

Om de bedoeling van deze voorstelling duidelijk te maken, moeten wij dus trachten een denkbeeld te geven van die twee, zoo uiterst verschillende fauna's.

Bestudeert men de ontwikkelingsgeschiedenis van tegenwoordig levende dieren uit de meest verschillende afdeelingen van het dierenrijk, dan komt men tot de overtuiging dat zij moeten afstammen van kleine en eenvoudig gebouwde voorvaderen, die echter reeds het kenmerkende type der afdeeling in zich droegen. De gemeenschappelijke afstamming van die groepen moet dus plaats gevonden hebben in een zeer ver verwijderden tijd, toen alle dieren nog zeer klein en eenvoudig van bouw waren. Zulke zeer kleine en eenvoudig gebouwde diertjes leven tegenwoordig talloos in zee, maar niet op den bodem, doch drijvende of zwemmende in de golven. De bovenste lagen van het water onzer zeeën moet men zich bevolkt denken met een onnoemelijk aantal uiterst kleine levende wezens, waarvan velen zelfs microscopisch klein en voor het ongewapend oog onzichtbaar zijn, terwijl de anderen