bouw. Afgezien van het feit dat sommige kastanjes kunnen maken en andere niet, is ook het aantal meeldraden aan voortdurende wisselingen onderhevig. Meestal is het 7; nu eens wordt het 8 of 9, dan weer 6 of 5, en in enkele gevallen worden zelfs deze grenzen overschreden. Heen en weer slingert het aantal, nu eens meer dan weer minder, soms in enkele trossen zeer sterk, dan weer een verschil tusschen de afzonderlijke trossen teweeg brengend. Van daar de naam fluctueerende variabiliteit die aan dit verschijnsel wordt gegeven. Het zijn veranderingen, die schijnbaar voortdurend ontstaan, maar die toch altijd weer op dezelfde wijze terugkeeren. Het zijn voortdurende schommelingen om een gemiddelde, dat in hoofdzaak steeds hetzelfde blijft.
Uit deze beschouwingen volgt, dat de studie der variabiliteit op dit laboratorium twee hoofdrichtingen te volgen heeft. En daar zoowel de heen en weer schommelende als de toevallige en schoksgewijze variabiliteit zich èn bij dieren, èn bij planten voordoen, kunnen hieruit vier hoofdafdeelingen voor den te ondernemen arbeid worden afgeleid. Nu zou het natuurlijk te veel tijd kosten elk dezer vier richtingen in bizonderheden na te gaan, en den weg te schetsen, waarlangs de onderzoekingen voornamelijk zullen moeten gaan, om tot de gewenschte uitkomsten te geraken. Beter komt het mij voor, onder die allen er een uit te kiezen, en daarvan te schetsen wat gedaan behoort te worden, en wat met recht mag worden verwacht. Uit den aard der zaak kies ik daartoe het plotseling ontstaan van soorten en variëteiten in het plantenrijk.
Mac Dougal heeft, door een reeks van culturen,