Naar inhoud springen

Pagina:Het Yellowstone-Park (1904).djvu/22

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

16

de Amerikanen anders lichtgeloovig genoeg zijn. Zoo vond een bewering dat het obsidiaan, omdat het zoo zwart is als steenkool, ook even goed moet branden, bij mijne reisgenooten vrij algemeenen bijval en werd ten minste niet tegengesproken, totdat een ander lid van het gezelschap verklaarde dat het woord obsidiaan toch een andere klank had dan steenkool en dus ook wel wat anders beteekenen zou.

Van groote dieren ziet de toerist alleen de beren en de herten. De herten trekken in kudden rond, evenals in vele europeesche bosschen. Menigmaal zag ik ze, nu eens enkele, dan weer meer. De beren daarentegen worden u op eigenaardige wijze vertoond. Bij elk hôtel, behalve bij dat van Mammoth Hot Springs, is daartoe een bepaalde plaats bestemd, nu eens een klein dal, dan weer een open plek in een bosch. Hier worden al de geledigde blikjes en al de overige afval van het hôtel gebracht, en de beren komen des avonds zoeken, of daarin nog eenige lekkernij voor hen te vinden is. Op behoorlijken, maar vrij kleinen afstand is een ijzerdraad gespannen, en daarachter staan banken voor de toeristen om te zitten kijken. Schuw en bang komen de beren, omstreeks zeven of acht uur des avonds, een voor een uit het bosch te voorschijn, gaan op hun achterpooten staan en kijken overal rond of alles veilig is. Treft men luidruchtige reisgenooten, dan krijgt men niet veel te zien, daar de beren weldra omkeeren en naar het bosch teruggaan. Zochten zij de blikjes door, en vonden zij wat hun beviel, dan verkondigden zij dit door een luid gebrul; een zag ik er met een groot stuk in den bek snel den heuvel oploopen en in het bosch verdwijnen. Een ander klauterde in een boom en genoot daar klaarblijkelijk