Naar inhoud springen

Pagina:Het Yellowstone-Park (1904).djvu/24

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

18

bij Mammoth Hot Springs, zat een roode eekhoorn te knagen aan een groenen dennekegel, een vrij grooten van den Pinus flexilis, zoo groot ongeveer als die van onze zeedennen, maar niet zoo hard. Soms sprong hij op, met den kegel in zijn handen, ging dan weer zitten, en het was aardig om te zien hoe hij den kegel ronddraaide om de zaden te vinden. Eindelijk sprong hij op een tak en verdween, met groote sprongen van boom tot boom overwippende.

Over leeuwen en andere verscheurende dieren, die de gidsboeken u opnoemen, zal ik maar niet spreken; die leven in de ontoegankelijke gedeelten der hoogere bergen, en men ziet ze natuurlijk nooit. Van visschen wekken alleen de trouts of forellen groote belangstelling, daar men ze in het heldere water der stroomen, — en op tafel—bijna elken dag zien kan. Het visschen is geoorloofd en behoort tot de voornaamste genoegens van het leven in het park.

Een punt van belangstelling, dat echter op de kaart beter zichtbaar is dan in de werkelijkheid, is de „Continental divide". Dit is de lijn die men trekken kan tusschen de oorsprongsplaatsen van alle beken, wier water naar den Atlantischen Oceaan vloeit en van al die, welke naar den Pacific Oceaan uitwateren. De gewone toeristentocht ligt op het atlantische gedeelte van het gebergte, met uitzondering van een paar uren, die men aan de andere zijde rijdt. Men ziet dan de bergen naar het westen afhellen en in de verte het Shoshone-meer, waarvan het water, door bergstroomen omlaaggevoerd, naar de Columbia-rivier gaat, om door Oregon en langs Portland in zee te vloeien. Een paar naamborden wijzen de punten aan, waar men de scheidingslijn overgaat. Op een dezer beide punten ligt