Pagina:Het gezantschap der Neêrlandtsche Oost-Indische Compagnie - Nieuhof 1665.djvu/36

Uit Wikisource
Er is een probleem opgetreden bij het proeflezen van deze pagina
10
Gezandtschap aan den Grooten

zy, gesproken hebbende, zal ik in 't kort hier by-voegen, wat de vyftien Landschappen jaarliks aan schattingen en tollen aan den Sineeschen Keizer met elkandre hebben op te brengen, als ook hoe vele Hooft, groote, kleene en krijgs-Steden in ieder landschap van de tien, die ik in deze reize niet aandeed, gelegen zijn, en endelyk wat ieder landschap aan schattingen jaarliks aan den Keizer heeft op te brengen.

Niemant bezit in dit gansche Rijk eenen voet breedt lants, zonder schatting aan den Koning te betalen; invoegen zich niemant behoeft te verwonderen, dat er boven de gemene onkosten , die aan de kleene Koningen, Lantvoogden en Krijgs-luiden gedaan worden, noch meer dan zestigh milioenen kroonen jaarliks in 's konings Schat-kist gebracht worden, zulks de gansche zom aan de kant van hondert en vyftig milioenen kroonen bedraagt; doch van alle deze penningen mach de Koning niets na zijn welgevallen aanleggen, maar alles wort in de gemene Schat-kist gebracht. Verzoekt de Koning onderstant, by geschrift van d'Oversten der Schat-kist, zo wort hem evenwel zulks noit afgeslagen.

De Landschappen brengen jaarliks aan schattingen op, 32207447 zakken Rijs, waar van hondert menschen aan eene zak een ganschen dag genoeg hebben; 409949 ponden ongewerkte Zijde, 712436. rollen Hennippe Lakenen, 630770. balen Katoen, 191730. rollen gemaakte Zyde. Maar de stadt Hucheu koopt deze schatting jaarliks af, met vyf-hondert-duizent kroonen.

Noch brengen de Landtschappen jaarliks op 1794261. gewichten Zouts, ieder gewicht gerekent op hondert en vier-en-twintigh ponden, bedragende in alles 187688364 ponden; 32418627 bundels Hooi of stroo, tot voer voor 's konings Paerden, zonder d'andere tollen daar onder te willen rekenen.

D'overige tien Landtschappen van Sina, die ik op onze reis niet aandeed, en welker groote en kleene Steden, en wat ieder jaarliks aan den Keizer op te brengen heeft, ik hier vervolgens zal ten toon stellen, zijn deze, als Xansi, het tweede landschap van de vyftien, Xensi het derde, Honan het vyfde, Suchen het zeste, Huquang het zevende, Chekiang het tiende, Fokien het elfde, Quangsi het dertiende, Queicheu het veertiende, en Iunnan het vijftiende.


Het tweede Landschap
xansi.


DIt landschap leidt ten Westen van Peking, is wel kleender en min Volk-rijk, maar evenwel vruchtbaarder en ouder dan Peking, dewyl (zoo men geloof aan de Sineesche Historien wil geven) de Sinezen aldaar hunne eerste wieg en geboorte-plaats vinden, en zich hier aller-eerst met der woon hebben neêrgezet.

Ten Noorden heeft dit landschap Xansi, (dat zoo veel op Neêrduitsch gezeidt is, als naar de West-zijde de Bergen, namelijk zo geheten ten opzicht van de plaats daar in het gelegen is, want door de Bergen Heng wort 'et van 't landschap Peking afgescheiden) tot scheits-palen de groote Muur, die zich van 't Oosten tot het Westen door 't gehele landschap strekt. Achter deze Muur komt het koningrijk Tanyu, en de zandige Woestyne Samo te leggen. De West-zyde van dit landschap leidt met de Geele Revier, die van 't Noorden na 't Zuiden loopt, besloten; en wort door de zelve van 't landschap Xensi afgescheiden.

Dit landschap brengt de zoetste en schoonste Druyven van geheel Asie voort, hoewel de Sinezen daar uit geen wijn perssen, maar zy drogen die alleen, en worden dan zoo gedroogt door geheel Sina te koop gebracht. In dit Xansi, 't geen zeer wonderlyk en aanmerkenswaerdig is, zijn door 't geheele landschap vuur-putten, even eens als hier te lande water-putten, die tot het koken der spyze in dezer voegen gebruikt worden. De mont van de putten wort dicht toegesloten, en alleen maar een opening gelaten om de pot of ketel daar in te zetten, doorwelk middel de spys zonder eenige moeite aan 't koken raakt. Men graaft hier te