Pagina:Het gezantschap der Neêrlandtsche Oost-Indische Compagnie - Nieuhof 1665.djvu/35

Uit Wikisource
Er is een probleem opgetreden bij het proeflezen van deze pagina
9
Tartarischen Cham, of Keizer van Sina.

van d'andere Steden verschillen, omdat de krijgs-luiden in de krijgs-Steden onder de Burgers woonen.

Indien men alleen op de grootte en ruimte der Steden wil letten, zo is by wijlen het onderscheit tusschen de hooft- en klene Steden niet zeer groot; want dat bestaat gemeenlijk veel meer in de waerdigheit en achtbaarheit der Overheden, en verscheide stads-vryheden en Wetten; dan in de menigte der Inwoonders, en overvloet van Rijkdommen. De Karspels, Vlekken en Dorpen, schoon datze dikwils in grootte en volkrijkheit tegen de gemene Steden, die op Sineesch Chin genoemt worden, op kunnen, mogen evenwel den naam van stadt niet voeren, dewijlze met gene Muren omringt zijn, en niet van hare eigene, maar van d'Overheden der naast-omleggende plaatsen wetten ontfangen en bestiert worden. Wyders staat aan te merken, dat alle de Steden, die in geheel Sina leggen, byna van een zelve fatsoen en maakzel zijn, en elkandre alleen in grootte en neering-rijkheit van koophandel overtreffen; want de meeste leggen in een vierkanten omtrek besloten; hebben brede en hooge Muren, die langs heen met vierkante Torens (een zeekre breette van elkandre) versterkt, en met wijde Grachten, en daar en boven noch met aarde Wallen omringt zijn, Ieder stadt is ook met een dubbelde Poort en twee dubbelde deuren voorzien; waar van d'eerste zoodaning tegen de tweede over is gelegen, dat men in de laaste niet zien kan, schoon men in d'eerste staat. Tusschen deze twee stadts-poorten komt ook gemeenlijk een breedt en ruim plein te leggen, daar op de krijgs-knechten in de wapen-oeffening afgerecht en geleert worden. Boven op de Poorten staan mede veeltijts hooge en konstigh gebouwde Toorens, die op Sineesch Muen Leu genoemt worden, en wapen-plaatzen en wacht-huizen der krijgs-knechten verstrekken.

Ook vertoonen zich hier in 't gemeen buiten de Poorten zeer groote en brede Voor-steden, daar in dikwils zoo vele menschen woonen, als in de Steden zelfs. Buiten de Wallen van ieder hooft-stad en de kleene steden, ziet men ook op een vermakelyke plaats, en die veel begaan wort, ten minste eenen Tooren, ter gedenkenis van den genen aldaar gesticht, die by den volke voor een voorspook van geluk en ongeluk gehouden wiert.

Gelyk nu deze vyftien Landschappen doorgaans in menighte van treffelyke, welbebouwde, en neering-rijke Steden, byna al andere gewesten des Aerdrijks verre schijnen t'overtreffen, zo muntenze ook niet min uit in volkrijkheit. Want niet alleen vindmen in de Steden, Vlekken, en aan de Revieren, maar ook buiten op 't land en aan de gemene wegen, gedurigh zoo een groote menigte van menschen by heele zwermen, om zoo te spreken, by elkandre, dat er van verre heele heiren schijnen aan te komen trekken, en nauliks hier te lande in Europe op de drokste Jaar-Markten meer verschijnen. Die de Sineesche Reeken-boeken wil opslaan, daar in het getal der menschen van ieder landtschap in 't byzonder (zonder die uit Koninklijken bloede gesproten zijn, d'Overheden, Gelubden, Krijgs-luiden, Priesters, vrouwen en kinderen daar onder te reekenen) zeer net staat aangetekent, zal bevinden, dat die ten getale van acht-en-vyftigh milioenen, negen hondert en veertigh duizent, twee hondert en vier-en-tachtig Perzonen belopen. Niemant heeft zich ook hier over te verwonderen, op wat wijze zulks kan uitgevonden worden: want ieder Huis-vader is, op pene van zware straffe, gehouden een bortje aan de grootste deur van zijn huis te hangen, daar op hy 't getal zijner huis-genoten, hunner staat, en wat des meer zy, aan te tekenen heeft. En om alle bedroch voor te komen, is over alle tien huizen een zeker Perzoon gestelt, dienze Titang noemen, dat zoo veel op Neêrduitsch gezegt is, als Tienman. Zijn ampt bestaat in 't opschrijven van 't getal der Perzonen, op het bordje aangetekent; en indien er in de bekentmaking van dit getal gemist is, zulks den Stadthouders der plaatsen aan te dienen.

Dus verre van Sinaas benaming, verdeeling, grootte, en wat des meer