Naar inhoud springen

Pagina:Het leven der bloem (1900).djvu/163

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
151
HET ONTSTAAN VAN BASTAARDEN.


wel juist ten gevolge van het voortdurende afsterven der meest afwijkende vormen.

Het is nu een den plantenkweeker welbekend verschijnsel, dat de bastaarden van variëteiten en nauw verwante soorten de besproken veranderlijkheid in nog veel hoogere mate bezitten, dan de soorten zelve van welke zij afstammen. Ik voer dit hier slechts kort aan, daar ik er later uitvoeriger op terug zal moeten komen. Deze variabiliteit der bastaarden is een rijke bron van nieuwe vormen van tuinplanten. In den regel ontstaan in de horticultuur bij kruisingen geen zuivere tusschenvormen, doch uit de gewonnen bastaardzaden verkrijgt men een bonte mengeling van allerlei zoogenoemde nieuwe soorten, uit welke men nu de fraaiste of beste uitzoekt, zonder er zich verder om te bekommeren, of het eigenlijk bastaarden, dan wel variëteiten zijn. Soms is een enkel jaar voldoende om deze resultaten te verkrijgen, soms ook wordt men eerst na een reeks van jaren voor zijne moeite beloond. Doch meestal gaat daarbij de kennis der juiste betrekking van de nieuwe soort tot haar stamouders verloren, en het is dan later niet meer mogelijk deze op te sporen. Men weet dan slechts nog dat men aan kruising en aan de variabiliteit der soorten en van hare reine en hybride nakomelingen de nieuwe vormen te danken heeft.

Terwijl er zeer vele geslachten bestaan, in welke de soorten onderling bastaarden kunnen geven, is het aantal geslachten, in welke dit niet het geval is, nog aanzienlijk veel grooter. Zoo b.v. leveren de meeste soorten van het geslacht Citrus: de zoete en bittere oranjes, de limoenen en citroenen onderling zeer gemakkelijk bastaarden, ja het is niet mogelijk deze soorten uit zaad zuiver voort te planten, ten zij men ze afgezonderd en op groote afstanden van elkander laat bloeien. Even zoo geven de amandel en de perzik, die beide tot het geslacht Amygdalus behooren, tezamen bastaarden. Daarentegen levert het geslacht Pyrus het meest bekende voorbeeld van het tegenovergestelde geval. Tot dit geslacht toch behooren de peren en appels, tusschen welke, zooals men weet, niettegenstaande de telkens en telkens herhaalde pogingen van