Pagina:Het leven der bloem (1900).djvu/29

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
17
BESTUIVING EN BEVRUCHTING.


stuifmeelkorrels voortbrengt, terwijl er slechts 50—60 noodig zijn om alle zaadknopjes in de vrucht zich tot volkomen zaden te doen ontwikkelen. Het aantal dezer zaden bedraagt ongeveer dertig. Bracht hij minder dan 50 korrels op den stempel, zoo werd ook het aantal zaden in de vrucht naar evenredigheid geringer. Met 15—20 stuifmeelkorrels kreeg hij slechts 10—16 zaden, die echter even volkomen ontwikkeld waren als in een volle vrucht. Minder dan 10 korrels waren niet toereikende om bevruchting tot stand te brengen: het was evengoed alsof hij geen stuifmeel op den stempel gebracht had: het vruchtbeginsel verwelkte en viel af. Koelreuter bemerkte verder, dat bij ongunstig weder een veel grooter aantal stuifmeelkorrels benoodigd was, dan in de beschreven, in het warmste jaargetijde genomen proeven. De oorzaak hiervan ligt zonder twijfel in het bederf der stuifmeelkorrels vóór de bestuiving of tijdens hun verblijf op den stempel.

Een volkomen bloem der Jalappe met vijf meeldraden had driehonderd stuifmeelkorrels. Eén enkel stuifmeelkorreltje was echter reeds voldoende voor de bevruchting van het vruchtbeginsel, waarin zich ook maar één zaadknop bevindt.

Wij zagen dat de bestuiving in het leven der bloem de hoofdzaak is, dat alle bizonderheden, die wij in bloemen waarnemen, tot dit verschijnsel in betrekking staan. Zoodra dus de bestuiving afgeloopen is, heeft de bloem haar doel bereikt, alle organen, behalve het vruchtbeginsel, hebben hun rol afgespeeld. Dienovereenkomstig verwelkt een bloem in den regel spoedig nadat de bestuiving heeft plaats gevonden, terwijl zij daarentegen bij gebrek aan bestuiving langen tijd frisch kan blijven. Koelreuter bestoof een pas geopende bloem van een anjer met stuifmeel: de bloem sloot zich binnen vier-en-twintig uren, bloemkroon en meeldraden verwelkten en vielen af, en de stamper ontwikkelde zich tot een vrucht met talrijke rijpe zaden. Een andere bloem derzelfde plant liet hij onbestoven: zij bleef gedurende tien volle dagen open, steeds met de zelfde frischheid prijkende. Het is trouwens een bekend verschijnsel, dat bloemen in broeikassen en kamers langer bloeien dan in den tuin; de oorzaak hiervan ligt in het gemis