Pagina:Het leven der bloem (1900).djvu/60

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
48
DE MEELDRADEN EN HET STUIFMEEL.


zoekt. Het is voor een juist begrip van deze uiterst doeltreffende inrichting noodig, dat ik eerst de meeldraden zelve nader beschrijf.

Fig. 27.     Fig. 28.
Bloem der Salvia. Meeldraad van Salvia.

a stuifmeelhokje; d helmbindsel;
b loos hokje; c helmdraad.

Onze figuur 27 stelt een bloem van een Salvia-soort voor; men ziet dat deze bestaat uit een gespleten kelk en een lipvormige bloemkroon. Het naar onderen gekeerde deel der kroon, dat in de figuur horizontaal staat, heet het lipje, het andere deel is min of meer helmvormig gebogen, en heet daarom de helm. Lipje en helm zijn bij de meeste soorten fraai blauw, bij enkele hoog rood of geelachtig gekleurd. In den helm verscholen liggen de meeldraden en de stijl. De top van den laatste draagt de stempels, die twee in aantal en, zoolang zij bloeien, een weinig omgebogen zijn. Eerst zijn ook deze stempels in den helm verscholen, dan echter treden zij, tengevolge van den groei van den stijl, daaruit te voorschijn, en komen nog veel verder vooruit dan de figuur aangeeft. Komt nu een hommel in deze bloem, om den honig, die onder in de buis afgezonderd wordt, te verzamelen, zoo zet hij zich op het lipje, dat door zijn gewicht min of meer naar beneden buigt. Dan kruipt hij daarop voorwaarts, strekt den langen zuiger uit, en dringt met dezen zoo diep in de