Naar inhoud springen

Pagina:Huizinga, Herfsttij der Middeleeuwen (1919).pdf/165

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Laud gold Lodewijk meer dan eenige andere eed. Wanneer de connétable de Saint Pol, in 's konings tegenwoordigheid geroepen, hem verzoekt, op het kruis van Saint Laud hem zijn veiligheid te bezweren, antwoordt de koning: ieder anderen eed, maar dezen niet. [1] Bij het naderen van het zoo buitensporig door hem gevreesde einde worden hem van alle kanten de kostbaarste relieken toegezonden: de paus zendt onder meer het corporale van Sint Pieter zelf; zelfs de Groote Turk biedt een verzameling relieken, die nog te Constantinopel waren. Op het buffet naast 's konings ziekbed staat la Sainte Ampoule zelf, uit Reims gehaald, waar zij nimmer vandaan was geweest; sommigen zeiden, dat de koning de wonderdadigheid van het heilige zalfvat zelfs wilde beproeven tot een zalving van zijn gansche lichaam.[2] Het zijn godsdienstige trekken, zooals men ze vindt bij de Merowingische koningen.

Er is nauwelijks een grens waar te nemen tusschen Lodewijk's verzamelwoede, waar het vreemde dieren geldt: rendieren, elanden, en waar het kostbare relieken geldt. Hij correspondeert met Lorenzo de'Medici over den ring van Sint Zanobi, een plaatselijk-florentijnschen heilige, en over een "agnus Dei", dat wil zeggen het plantaardige groeisel, ook wel agnus scythicus genoemd, dat als een wonderdadige rariteit werd aangezien.[3] In de wonderlijke huishouding van het kasteel Plessis les Tours in Lodewijk's laatste dagen vond men vrome voorbidders en muzikanten bont dooreen. "Oudit temps le roy fist venir grant nombre et grant quantité de joueurs de bas et doulx instrumens, qu'il fist loger à Saint-Cosme près Tours, où illec ilz se assemblerent jusques au nombre de six vingtz, entre lesquelz y vint pluseurs bergiers du pays de Poictou. Qui souvent jouerent devant le logis du roy, mais ilz ne le veoyent pas, affin que ausdiz instrumens le roy y prensist plaisir et passetemps et pour le garder de dormir. Et d'un autre costé y fist aussy venir grant nombre de bigotz, bigottes et gens de devocion comme hermites et sainctes créatures, pour sans cesser prier à Dieu qu'il permist qu'il ne mourust point et qu'il le laissast encores vivre."[4]

Ook Saint François de Paule, de Calabrische heremiet, die de nederigheid der Minderbroeders overtroefde door de stichting der Minimen, is in letterlijken zin het voorwerp van Lodewijk's verzamelwoede. Het was met de uitgesproken bedoeling, dat de heilige door zijn voorbidding 's konings leven zal verlengen, dat deze in zijn laatste ziekte diens tegenwoordigheid begeerde.[5] Nadat verschillende zendingen aan den koning van Napels niet hebben gebaat, weet de koning zich door een diplomatiek optreden bij den paus de overkomst van den wonderman, zeer tegen diens zin, te verzekeren. Een adellijk geleide haalt hem af uit Italië.[6] Is hij eenmaal aangekomen, dan voelt Lodewijk zich toch nog niet zeker, "omdat hij reeds door verscheidenen onder de schaduw van heiligheid bedrogen was", en laat op aanstoken van zijn lijfarts Frans bespieden en op allerlei wijzen de deugd van den

  1. Commines, I p. 291.
  2. Commines, II p. 67, 68.
  3. Commines, II p. 57; Lettres, X p. 16, IX p. 260. Er was indertijd zulk een agnus scythicus in het Koloniaal Museum te Haarlem.
  4. Chron. scand., II p. 122.
  5. Commines, II p. 55, 77.
  6. Acta sanctorum Apr., t. I p. 115. — Lettres de Louis XI, t. X p. 76, 90.