Naar inhoud springen

Pagina:Huizinga, Herfsttij der Middeleeuwen (1919).pdf/178

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

ende in minnen ghebraden, soe gaept hi alse die ghier diet al verslocken wilt.... Mochten wi sien die ghierighe ghelost (lust) die Christus heeft tote onser salicheit, wi en mochten ons niet onthouden wi en souden hem in die kele vlieghen. Al verteert ons Jhesus te male in hem, daer vore gheeft hi ons hem selven, ende hi gheeft ons gheesteliken hongher ende dorst sijns te ghesmaken met ewigher lost. Hi gheeft ons gheesteliken hongher, ende onser herteliker liefde sijn lichame in spisen. Ende alse wi dien in ons eten ende teren met ynnigher devocien, soe vloyet uut sinen lichame sijn gloriose heete bloet in onse nature ende in alle onse aderen.... Siet, aldus selen wi altoes eten ende werden gheten, ende met minnen op ende nedergaen, ende dit is onse leven in der ewicheit".[1]

Een kleine schrede, en men is van deze hoogste vervoeringen der mystiek weer bij een plat symbolisme. "Vous le mangerés, — zegt van de eucharistie _Le livre de crainte amoureuse_ van Jean Berthelemy — , rôti au feu, bien cuit, non point ars ou brulé. Car ainsi l'aigneau de Pasques entre deux feux de bois ou de charbon estoit cuit convenablement et roty, ainsi ledoulx Jésus, le jour du Vendredi sacré, fut en la broche de la digne croix mis, attachié, et lié entre les deux feux de tres angoisseuse mort et passion, et de tres ardentes charité et amour qu'il avoit à nos ames et à nostre salut, il fut comme roty et langoureusement cuit pour nous saulver."[2]

Het beeld van de dronkenschap en den honger weerspreekt reeds de meening, dat elk godsdienstig zaligheidsgevoel erotisch geïnterpreteerd zou moeten worden.[3] Het instroomen van den goddelijken invloed wordt evengoed als een drinken of een gebaad worden ondergaan. Een Diepenveensche devote voelt zich geheel overstort met het bloed van Christus en bezwijmt.[4] De bloedfantazie, voortdurend door het geloof aan de transsubstantiatie levend gehouden en geprikkeld, uit zich in de bedwelmendste uitersten van rooden gloed. De wonden van Jezus, zegt Bonaventura, zijn de bloedroode bloemen van ons zoete en bloeiende paradijs, waarover de ziel als een vlinder zweven moet, dan aan deze dan aan gene drinkende. Door de zijwond moet zij binnendringen tot het hart zelf. Tegelijk stroomt het bloed als beken in het paradijs. Al het roode en warme bloed van alle wonden is door Suso's mond in zijn hart en ziel gevloeid.[5] Catharina van Siena is een der heiligen, die uit de zijwond van Christus gedronken hebben, gelijk het anderen ten deel viel, de melk van Maria's borsten te proeven: Sint Bernard, Heinrich Suso, Alain de la Roche.

Alain de la Roche, in het latijn Alanus de Rupe, bij zijn Nederlandsche vrienden Van der Klip geheeten, kan als een der meest markante typen gelden van de Fransche, meer fantastische devotie en van de ultra-concrete geloofsverbeelding der laatste Middeleeuwen. Omstreeks 1428 in Bretagne geboren, heeft hij als Dominicaan hoofdzakelijk in het Noorden van Frankrijk en in de Nederlanden gewerkt. Hij is te Zwolle bij de Fraters, met wie hij levendige betrekkingen onderhield, in 1475 gestorven. Zijn

  1. Ruusbroec, Die Spieghel der ewigher salicheit, cap. 7, Die chierheit der gheesteleker brulocht, 1. II c. 53, Werken, ed. David en Snellaert (Maatsch. der Vlaemsche bibliophilen) 1860(2), 1868, III p. 156/9, VI p. 132.
  2. Naar het hs. bij Oulmont, l.c., p. 277.
  3. Vgl. de bestrijding dier meening door James, l.c., p. 10(1), 191, 276.
  4. Moll, Brugman, II p. 84.
  5. Oulmont, l.c., p. 204, 210.