uitstek de kleuren der liefde, want ook de andere kleuren konden dienst doen in de symboliek der minne. Deschamps zegt van de minnaars:
L'autre de bleu, l'autre de blanc,
L'autre s'en vest vermeil com sanc,
Et cilz qui plus la veult avoir
Pour son grant dueil s'en vest de noir."[1]
Doch het groen was toch inzonderheid de kleur van de jonge, hoopvolle liefde:
Daarom behoort ook de dolende ridder in 't groen gekleed te gaan.[3] — Met blauwe kleeding betoogt de minnaar zijn trouw; daarom laat Christine de Pisan de dame antwoorden, als de minnaar op zijn blauwe dos wijst:
N'à devises porter, d'amer sa dame,
Mais au servir de loyal cuer parfait
Elle sans plus, et la garder de blasme
... Là gist l'amour, non pas au bleu porter,
Mais puet estre que plusieurs le meffait
De faulseté cuident couvrir soubz lame
Par bleu porter...."[4]
Daar ligt waarschijnlijk meteen de verklaring, waarom de blauwe kleur, geveinsd gebruikt, ook de ontrouw ging beduiden, en met een overspringing niet alleen de trouwelooze maar ook den bedrogene toekwam. De blauwe huik beduidt in het Nederlandsch de echtbreekster, en de "cote bleue" is het gewaad van den bedrogene:
Of hieruit weer de beteekenis van het blauw als kleur der dwaasheid in het algemeen te verklaren is, immers de "blauwe scute" beduidt het vehikel der mallen, blijve in het midden.
Wanneer geel en bruin zoozeer op den achtergrond blijven, dan zal daarbij de tegenzin tegen deze kleuren om hun kleurqualiteit, dus de directe kleurenzin, wel met hun negatieve symbolische beteekenis oorzakelijk samenhangen: met andere woorden, men hield niet van geel en bruin, omdat men ze leelijk vond, en men kende er een
- ↑ Le miroir de mariage, XVII vs. 1650; Deschamps, Oeuvres, IX p. 57.
- ↑ Chansons françaises du quinzième siècle, ed. G. Paris, (Soc. des anciens textes français), 1875, no. XLX, p. 50; vgl. Deschamps, no. 415, III p. 217, no. 419, ib. p. 223, no. 423, ib. p. 227, no. 481, ib. p. 302, no. 728, IV p. 199; l'Amant rendu cordelier, h. 62, p. 23; Molinet, Faictz et Dictz, fol. 176.
- ↑ Blason des couleurs van den heraut Sicile (bij La Curne de Sainte Palaye, Mémoires sur l'ancienne chevalerie II p. 56). Dit tractaat, dat nog door Rabelais wordt bespot als het eertijds toonaangevende op het stuk van de beteekenis der kleuren, was mij helaas niet toegankelijk.
- ↑ Cent balades d'amant et de dame no. 92, Christine de Pisan, Oeuvres poétiques, III p. 299. Vgl. Deschamps, X no. 52; L'histoire et plaisante cronicque du petit Jehan de Saintré, ed. G. Hellény, Paris, 1890. p. 415.
- ↑ Le Pastoralet, vs. 2054, p. 636; vgl. Les cent nouvelles nouvelles, II p. 118: "craindroit très fort estre du rang des bleuz vestuz, qu'on appelle communement noz amis."