Naar inhoud springen

Pagina:HuygensCornelieDarwinMarx1901.djvu/25

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

14

te houden, den directen, persoonlijken invloed van de grondleggers der naturalistische geschiedsopvatting bleek noodig te hebben, om beveiligd te zijn tegen allerlei vage, mystieke, burgerlijke, militaristische en wie-weet-welke-nog-meer aanvechtingen, en zijn onder leiding van Engels verzameld gedachten-materiaal logisch te blijven ordenen. Maar naast den afdwalenden Bernstein, den door de kapitalistische wereld verheerlijkten Theseus-Marxdooder, zijn er nog anderen, die aan dezelfde onvastheid lijden, zoodat men niet tegenover een individueel geval staat, maar tegenover een verschijnsel, dat aller aandacht verdient.

Nu bleek het evenwel duidelijk uit de gevoerde polemieken, dat al de naar Kant terugwillenden de moderne natuurwetenschap—in engeren zin de nieuwere geologie en de evolutieleer van Darwin en zijn epigonen—zoo zij haar al kennen, niet genoegzaam hebben verwerkt, om van de diepste grondslagen van het Marxisme zich volkomen rekenschap te kunnen geven.

Niet voor allen is de studie van die natuurbasis noodzakelijk. Voor wie de naturalistische historie-opvatting was als een reddende vuurbaken in de chaos der voormalige geschiedschrijving, of zooals voor het natuurkrachtig proletariaat, als een weten, als een voelen aan den lijve dag aan dag van hare ijzerharde waarheden, behoeft niet bij een Darwin of Huxley of Haeckel ter schole te gaan, behoeft nergens naar een houvast te zoeken. Maar wij weten hoe moeilijk na te speuren zijn de tallooze wegen langs welke òf de intellectueelen òf de gevoelsapostelen, afkomstig uit