Pagina:Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants Cesare Ripa 1644.djvu/150

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
128
128
Eeuwigheyt. Eternita.

Wat wonderwerck ſie ick hier aen,
Als ick ſie op mijn voeten ſtaen,
Hem die daer nimmer ſtille blijft,
Maer alles tot verandringh drijft?

 De Reeden waerom wy deſe beeldniſſe niet ſittende maecken, is om dat het ſitten een kenteycken is van grooter vaſtigheyt, en dat het ſitten een geduyrige ruſte plagh te bedieden, ’t welck een tegenſtellinge is van de beweginge, en ſonder diewelcke men die niet kan verſtaen. En is de ruſte van de Eeuwigheyt niet begrepen onder deſe ſlagh, en moet oock niet op deſe wyſe uitgedruckt worden, alhoewel het ſelve van allen niet is waergenomen, gelijck hier onder ſal worden verklaert.
 Een Vrouwe is zy gemaeckt, om de gelijckheyt van de naeme Matrona, zijnde van een beſtandigh Ouder.
 Zy hout de Werrelt in de hand, om dat de Werreld den tijd voortbrengt met haere beweginge, ’t welck bediet, dat de Eeuwigheyd is buyten de Werreld.
 De Sluyer die beyde ſchouderen bedeckt, vertoont, dat die Tijd die niet tegenwoordigh is in de Eeuwigheyt, ſich verberght, hoewel die blijcklijck aldaer is.

Eternita, nae de Medaglie van Titus.

EEn gewapende Vrouwe, die in de rechter hand een Spieſſe, en in de ſlincker een Overvloets hooren hout, hebbende onder haere voeten een kloot.
 Door deſe beeldeniſſe van de Eeuwigheyt, ſal de rechte Eeuwigheyt, die boven verklaert is, niet verſtaen worden, maer alleen een ſeeckere lange geduyrigheyt, die door de goede Regieringe heerkomt, diewelcke voornaemlijck beſtaet, in ’t verſorgen van dingen, die tot het leven noodigh zijn. Want de Burgers de Overvloet der Weldadigheyt van den Prince kennende, hebben geſtadigh haer gemoed daer heene gewent, om hem ’t ſelve te vergelden door de verbinteniſſe van Eendracht en getrouwigheyt.
 En daerom ſchilderden de Oude deſe Geduyrigheyt af door een Overvloets hooren vol vruchten: want de Langhduyrigheyt van de Regeeringe ſpruyt oock door het onderhout der Wapenen en Oorlogen, tegens de Vyanden en andere Barbariſche Volcken. En dit geſchiet om twee oorſaecken: d’eerſte is, dat zy de ſtrijdbaere en bedreven Volcken ſouden ſtaende houden, om de ſtoutigheyt en ’t gewelt van andere uytheemſche Volcken, die haer wilden overvallen, tegen te ſtaen. De tweede is, dat zy de Vreede en Eendracht tuſſchen den Burgeren verſekere, want ſoo veel te meer vereenight ſich het geheel met het deel; als het harder en heftiger van ſijne tegenpartye wort beſtreden. En dit ſelve is altijt geſien, en ſietmen als noch dagelijx in veele Steden en Koningrijcken, daer de Burgers ſoo veel te meer onder malkander oneenigh zijn, als zy te min van de Vyanden worden beoorloght en geplaeght, en alſoo verdubbelen ſich dan de Burgerlijcke twiſten, door de ruſt, tot lach en ſpot van haere Vyanden. Daerom is dan de Eeuwigheydt met een ſpieſſe en krijghsruſtinge afgemaelt.

Eternita. Eeuwigheyt, van Franciſco Barbarini, in ’t verhael van de Liefde.

FRanciſcus Barbarinus Florentijn, heeft in ſijn boeck, dat hy van de Liefde heeft geſchreven, en in ſchrifte by den Cardinael

Maffeo