en Kuysheyt: En ’t gebruyck van ’t aengeſicht te bedecken, is met de Kuysheyd aengevangen, ter gedachtniſſe van Penelope, diewelcke van haeren Vaeder gebeden zijnde, om haer eygen voldoeninge, datſe in Lacedemonien ſoude blijven, en van d’ander ſyde haer voelende geprickelt, door de Liefde van Vlyſſes om haeren Man te volgen, ſoo hadſe de ſtoutmoedigheyt niet, om haere meeninge te openbaeren, en uyt Zeedigheyt, ſoo ſweeghſe ſtille, met een gedeckt aengeſicht.
Fortezza del Corpo. Kracht, Sterckheyd van ’t Lichaem.
EEn gewapende Vrouwe, gelijck geſeyt is, houdende in de rechter hand de kodſe van Hercules, en op ’t hoofd voor een Helm, een Leeuws kop, gelijckmen in d’oude beeldeniſſen ſiet.
Forza d’Amore, ſi nel Acqua, come nel Terra. Kracht der Liefde, ſoo te Waeter als te Lande.
EEn naeckt kindeken met vleugels aen de ſchouderen, houdende in de rechter hand eenen Viſch, en in de ſlincker een bloemekrans, gelijck Alciatus ’t ſelve uytet Griex overgeſet heeft.
Forza. Kracht, Sterckheyt.
EEn ſtercke Vrouwe mette hoorens van een Stier, en ter ſyden een Olyphant mette ſnuyte voor uyt ſtekende. Want als de Egyptenaers een ſterck Man wilden uytbeelden, betoonden zy datſelve door deſe Dieren. En bediet de hooren het ſelfde. Dies oock Cato in ’t boeck Ciceronis van d’Ouderdom ſeyt, als hy jongh was en wenſchte hy hem niet de ſterckheyt van een Stier of Olyphant. Houdende deſe beyde Dieren voor de ſterckſte.
Forza d’Amore. Kracht der Liefde.
CVpido met vleugels aen de ſchouders, met boogh en pijlen in de hand, en de kooker op zijn ſyde, de ſlincker hand nae den Hemel verheven hebbende, alwaer eenige vlammen afdaelen met veele gebrooken pijlen, die van alle ſyden om hem regenen: vertoonende alſoo dat de Liefde ſoo veele vermagh datſe de macht van Jupiter verbreeckt, en de geheele Werreld in brand ſteeckt.
Om ’t ſelve te vertoonen beſchrijft hy de Liefde, datſe in een koets van twee Leeuwen wort voortgetrocken.
Forza minore. Minder Kracht door een grooter t’ondergebracht.
OM dit ontwerp uyt te drucken, ’t welck beter tot een Sinnebeeld paſt, ſoo wort hy geſchildert met een huyd van Hiena en een Panters vel daer by, gelijckmen door de eervaerentheyt, in de verſcheydentheyt van deſe twee Dieren, kan ſpeuren, en in de kracht van haere vellen: want het vel van Hiena leggende by het Panter-vel, verderft het ſelve. Even alſoo verteeren oock de Arents veeren, de veeren van andere Vogels. Daerom als wy ſtellen de macht, die van andere wort overwonnen, ſoo kan een kloeck Schilder de gedachtniſſe van deſe werckingen ſich voor oogen ſtellen, in ſoodaenige maniere, dat het wel ſtaet en hem oock vermaecklijck ſal duncken.