124
ongelijke kansen in opvoeding en beschaving, splitste de menschen in uw tijd in klassen die in veel opzichten elkaar beschouwden als afzonderlijke rassen. Er is werkelijk zulk een groot onderscheid niet tusschen onze manier van denken over deze dienst-quaestie. Dames en heeren van den beschaafden stand zouden vroeger ook niet hebben toegelaten dat menschen van hunne soort hun diensten hadden bewezen, die zij beneden zich zouden geacht hebben om wederkeerig te verrichten; evenmin als wij dat nu van iemand aannemen. De armen en de onbeschaafden hielden zij evenwel voor een ander soort van wezens. Gelijke welvaart en gelijke aanspraak op ontwikkeling die alle menschen thans genieten, hebben ons eenvoudig gemaakt tot leden van éene klasse, die overeenkomt met de meest bevoorrechte klasse bij u. Voordat deze voorwaarde van gelijkheid verwezenlijkt was, kon nooit het denkbeeld van broederschap onder de menschen geworden zijn de feitelijke overtuiging en de praktische grondslag van onze daden, zooals thans het geval is. In uwe dagen gebruikte men dezelfde woorden, maar alleen als woorden."
—"Zijn de bedienden dan ook vrijwilligers?" vroeg ik.
—"Neen," antwoordde Dr. Leete. „Dat zijn jongelieden van de eerste jaren uit het leger die beschikbaar zijn voor alle soorten van arbeid die geen bijzondere bekwaamheid vereischen. Tafeldienen hoort daar bij, en elke recruut doet daar korten tijd aan mede. Ik heb zelf hier bediend ruim veertig jaar geleden. U moet nooit vergeten dat er geen onderscheid wordt gemaakt in de waardigheid van eenige bezigheid die de natie voorschrijft. Niemand beschouwt zich hier of wordt door anderen beschouwd als de knecht van hem dien hij bedient, hij is de knecht van