Naar inhoud springen

Pagina:In Het Jaar 2000 (Bellamy1890).djvu/209

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

201

doch zij aanvaardden de verlossing uit deze soort van arbeid alleen om op andere en op meer nuttige en aangename wijzen tot het algemeen welzijn bij te dragen. De vrouwen zijn lid van het arbeidsleger evengoed als de mannen en verlaten het alleen, wanneer zij moederlijke plichten te vervullen hebben. Het gevolg is dat de meeste vrouwen vijf of tien of vijftien jaren in den openbaren dienst doorbrengen, terwijl zij die geen kinderen hebben, den geheelen termijn uitblijven."

—"Dus een vrouw verlaat het leger niet als zij trouwt?"

—"Evenmin als een man," antwoordde de dokter. "Waarom zou zij ook? Getrouwde vrouwen hebben immers geen huishoudelijke plichten en een echtgenoot is geen klein kind dat opgepast moet worden."

—"Een van de ergste plagen in onze beschaving was, vonden wij, dat de vrouwen zoo veel moesten werken," zeide ik, "maar het schijnt mij toe dat gij meer van haar gedaan krijgt dan wij."

Dr. Leete lachte.—"Dat doen wij inderdaad," hervatte hij, "net als van de mannen. Toch zijn de vrouwen van deze eeuw zeer gelukkig, en die van de negentiende eeuw, als het getuigenis van tijdgenooten ons niet zeer misleidt, waren erg ongelukkig. De reden dat de vrouwen thans zooveel deugdelijker helpsters van de mannen zijn, en tegelijkertijd zooveel gelukkiger, is dat wij, met betrekking ook tot haren arbeid, het beginsel volgen van iedereen zooveel mogelijk datgene te laten verrichten waartoe zij het best in staat is. De vrouwen zijn minder sterk dan de mannen en bovendien voor sommige bezigheden niet zoo goed geschikt; de bezigheden die wij voor haar uitzoeken moeten rekening houden met deze omstan-