Naar inhoud springen

Pagina:In Het Jaar 2000 (Bellamy1890).djvu/22

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

14

volgen zou, beter dan wij. Zij zagen dat het enkel verborgen dynamiet was."

Daarna herinner ik mij dat ik Edith apart nam en haar wilde overhalen om maar hoe eerder hoe beter te trouwen, zonder te wachten op ons huis, en den tijd door te brengen met reizen totdat de woning klaar zou zijn. Zij zag er merkwaardig goed uit dien avond, het rouwgewaad dat zij ter gelegenheid van den dag droeg, deed de zuiverheid van hare gelaatskleur zeer voordeelig uitkomen. Ik zie haar zelfs nu voor mij zooals zij er toen uitzag. Toen ik afscheid nam, volgde zij mij in de gang en ik kuste haar als gewoonlijk. Er was niets buitengewoons in mijn afscheid nemen bij deze gelegenheid, vergeleken bij de vorige keeren dat wij elkaar hadden vaarwel gezegd voor een nacht of een dag. Wij hadden geen van beiden eenig voorgevoel dat dit meer was dan een gewoon afscheid.

Ach, ach!

Het was, toen ik mijn verloofde verliet, nog vroeg voor een minnaar, maar dit was niet te wijten aan onverschilligheid. Ik was een ongeneeselijke lijder aan slapeloosheid, en ofschoon overigens volkomen wel, had ik mij dien dag doodelijk vermoeid, daar ik de beide vorige nachten haast niet geslapen had. Edith wist het en stond er op dat ik om negen uur naar huis werd gestuurd, met strikte orders dadelijk naar bed te gaan.

Het huis waar ik in woonde, was bewoond geworden achtereenvolgens door drie geslachten van de familie, waarvan ik de eenige vertegenwoordiger in de rechte lijn was. Het was een groot en oud, houten huis, zeer ouderwetsch-elegant van binnen, maar gelegen in een buurt die reeds sedert langen tijd niet in trek was wegens de belendende fabrieken en de huur-woningen.