Pagina:In Het Jaar 2000 (Bellamy1890).djvu/56

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

48

van een vraagstuk, dat in uw tijd en met uw stelsel, een onoplosbaar vraagstuk, onterecht, werd gerekend te zijn."

—"Dus," was mijn vermoeden, "gij hebt eenvoudig het beginsel van algemeenen dienstplicht, zooals wij het opvatten, op de arbeids-quaestie toegepast?"

— Ja," zeide Dr. Leete; "dit was iets dat vanzelf volgde zoodra de natie de eenige kapitaliste was geworden. Men was reeds aan het denkbeeld gewoon dat de verplichting van elk burger, die lichamelijk niet ongeschikt was om zijn militairen dienst te vervullen ter verdediging van het vaderland, gelijk en onafwendbaar was. Dat het evenzeer de plicht van elk burger was om zijn aandeel bij te dragen in diensten met hand of hoofd tot onderhoud van het vaderland, was even duidelijk, ofschoon niet voordat het volk werkgever werd, de burgers in staat kwamen deze soort van diensten te bewijzen, rechtvaardiglijk en algemeen. Geen organisatie van den arbeid was mogelijk toen de werkgevers bestonden uit honderden en duizenden personen en lichamen, die geen onderlinge samenwerking begeerden of zelfs mogelijk maakten. Het gebeurde dus onophoudelijk dat lieden die werken wilden, geen werk konden vinden, terwijl aan den anderen kant, zij die een gedeelte of het geheel van hunne verplichtingen tegenover de maatschappij niet wilden nakomen, dit gemakkelijk konden doen."

—"De dienstplicht is nu algemeen, denk ik ....?"

— "Algemeen, maar niet gedwongen," antwoordde Dr. Leete. "Het wordt beschouwd al iets zoo natuurlijks en redelijks dat het denkbeeld van dwang verdwenen is. Men zou iemand een ongeloofelijk verachtelijk persoon vinden, die in zoo'n geval dwang zou noodig hebben. Toch zou het noemen van ons stelsel "dienstplicht,"