49
een zwakke aanduiding van de volstrekte algemeenheid zijn. Onze maatschappelijke orde is er zoo geheel op gebouwd en uit afgeleid, dat als het denkbaar ware dat iemand er aan ontsnapte, hij zonder mogelijkheid van bestaan zou geraken. Hij zou zich hebben gesloten buiten de wereld, zich van zijn natuurgenoten hebben afgesneden; hij zou in één woord, zelfmoord hebben gepleegd."
—"Is de duur van inlijving in dit arbeidsleger levenslang?"
—"O neen, het begint later en het eindigt eerder dan de gemiddelde werkduur in uw tijd. Uwe werkplaatsen waren vol kinderen en oude menschen, maar wij wijden de geheele jeugd aan de opvoeding, en den rijperen leeftijd, wanneer de lichamelijke krachten beginnen af te nemen wijden wij aan rust en aangename verpoozing. Het tijdvak van arbeid duurt vier en twintig jaar, het begint als de opvoeding afgeloopen is, op een en twintig-jarigen leeftijd, en het eindigt bij vijf en veertig. Na vijf en veertig, vrijgesteld van arbeid, blijft de burger nog beschikbaar voor bijzondere oproepingen in gevallen van plotselinge en groote toeneming van vraag naar werkkrachten, tot dat hij den leeftijd van vijf en vijftig bereikt, maar zulke oproepingen worden zelden, inderdaad bijna nooit gedaan. De vijftiende October is wat wij noemen inlijvingsdag, omdat dan zij die een en twintig jaar geworden zijn, ingelijfd worden bij het arbeidsleger, en tegelijk worden zij, die na vier en twintig jaren dienst, den ouderdom van vijf en veertig hebben bereikt, op eervolle wijze ontslagen. Het is de groote dag van het jaar bij ons, van welken wij alle andere gebeurtenissen rekenen, onze Olympiade, behalve dat bij jaarlijks is."