Pagina:In de sneeuw.djvu/119

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

117

Maar niet als predikant! Zij kon zich Johannes, zelfs zooals hij tegenwoordig was, niet als predikant voorstellen. Want hij was in haar oog al te eenzijdig ontwikkeld, om een goed zieleherder te kunnen zijn. En een kerkelijk staatsambt vervullen — neen, dat kòn hij niet begeeren.

Gabriëlle dacht hierbij weinig aan de door hem gedane belofte; dikwijls echter hadden zij samen over de staatskerk en officieele goddienerij gesproken, — en dan was hij het altijd met haar eens geweest, — zoo niet in woorden dan toch in meening.

En ofschoon zij niet zulke bijzonder hooge verwachtingen van hem koesterde, — of liever, van hunne vereeniging, — was het haar toch een aangename droom, dat zij vrij en zonder eenige huichelarij samen zouden leven; — hun huis zou een tehuis zijn voor lichter vreugde en grooter mannenmoed, dan ooit mogelijk zou wezen indien hij gevangen bleef in de afgebakende, vierkante zelfgenoegzaamheid.

En terwijl zij nog droomde over dat heerlijk "tehuis", zag ze een licht schemeren tusschen de stammen. — In het half donker ontdekte zij