Naar inhoud springen

Pagina:In de sneeuw.djvu/173

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

171

te verontschuldigen en haar streng oordeel te verzachten.

De jonge dame scheen dien blik te verstaan; althans, ze sprak op zeer ernstigen toon: „Gelooft u, dat het goed is, zich zelve als het ware zoo te — te verwaarloozen? Vergeef me, ik weet, dat men het niet behoorlijk zal vinden, dat ik zoo tot u spreek, maar het brengt me in opstand, — in opstand, — ik kan 't niet helpen. — Zijt u boos, omdat ik zoo sprak?"

„Neen, lieve! — ik ben niet boos, — o, neen! — zeker, ik ben niet boos; gij hebt misschien volkomen gelijk, — ik weet niet — — — — "

Zij zweeg, en plukte zenuwachtig aan de franje van het tafelkleed.

Mevrouw Jürges begreep, dat haar voorgevoel haar niet had bedrogen, toen het haar waarschuwde tegen het jonge meisje, dat haar den verlammenden invloed deed gevoelen, dien „Daniel" steeds op haar had uitgeoefend, een invloed, dien zij tot nu toe half onbewust had ondergaan. Hierdoor beangst en verschrikt, trok zij zich nog meer voor Gabriëlle terug, die op hare beurt dacht, dat het al „slechter en slechter"