Pagina:In de sneeuw.djvu/200

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

198

hoekje van de sofa, en Johannes zeide een weinig geraakt: „Ge weet niet wat ge zegt, Gabriëlle!"

„Uw meisje maakt anders den indruk, zeer goed te weten wat ze zeggen wil," — merkte de predikant vriendelijk op.

„Natuurlijk," antwoordde Gabriëlle: „ook meen ik, wat ik zeg!"

„Zoudt ge dan nu zoo goed willen zijn, door een voorbeeld te staven, op welke wijze deze „schriftgeleerden" met andere woorden: de dienaren der staatskerk...?"

„Wordt ook in het nieuwe testament onder schriftgeleerden niet den heerschenden priesterstand bedoeld?" vroeg Gabriëlle strijdlustig.

„Nu, daarover wil ik niet twisten —" was het antwoord, — „ofschoon ook tegen wat gij daar zegt, allerlei zou zijn aan te voeren. Maar zeg ons liever, — noem ons een voorbeeld, waardoor duidelijk wordt aangetoond, dat in onze kerk aan sommige woorden een bijzonderen zin wordt gegeven, en andere worden — „weggemoffeld", zooals gij gelieft te beweren."

Gabriëlle schommelde ijverig met haar stoel.

„Voorbeelden zouden me weinig baten tegen-