Pagina:In de sneeuw.djvu/30

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
28

En in de gemeente werd over niets anders gesproken dan over deze kerkeraadsvergadering, — de eerste onder presidium van dominé Jürges. "Grandalen was een best beroep; er werden slechts zulke predikanten beroepen, die rust hadden verdiend, en eenige vette jaren, na tal van magere. Het waren altijd ervaren mannen, die tot nu toe aan het hoofd der gemeente hadden gestaan.“

„Maar „deze nieuwe“ was niet begonnen zoo 't behoorde.

„Ieder kind — of althans ieder volwassene — wist, hoe gevaarlijk het is, op onwettige wijs boomen te vellen, en hoevelen in onaangename omstandigheden gewikkeld werden voor zaken, van nog minder gewicht. Moest dan dominé, die zooveel had gelezen, en zelf zooveel boeken bezat, nog niet beter dan zij allen van die dingen op de hoogte zijn? En als hij handelde in strijd met de duidelijke woorden der wet, dan kwam dit, omdat hij, evenals de oude Basse, meende een paus te wezen.“

Zij konden het maar niet éens worden over de meening, die er moest schuilen in dominé's woorden: „dat hij het hout zoo dicht bij de