Pagina:KapitaalEnArbeidinNederlandDeel1HRH2ndEd.djvu/118

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

114

de opbrengst der accijnzen met 8%. Met de werkeloosheid nam ook de liefdadigheid af, maar de levens-standaard van 't proletariaat werd niet hooger en het volk leed gebrek "aan vermaak, aan uitspanning, aan genot, aan geluk en aan brood."[1]

Multatuli was de eerste, die de diepte der lichamelijke en geestelijke ellende der Nederlandsche arbeiders erkende, omdat hij menschelijk voelde en dacht. Hierom is hij, zoodra zij zelven tot bewustzijn kwamen, hun held geworden en gebleven. Het proletariaat vergeet nooit, wie het in zijn zwakheid en vernedering de eerste hulp bood; al de ijdelheid, al de pose van Multatuli vergaten zij en gedenken hem in aandoenlijke, soms dweepende dankbaarheid, omdat hij, toen zij te ellendig en te beroerd waren zelfs deze woorden gebrekkig te stamelen, namens hen hield deze eerste "onparlementaire redevoering", kern van alle latere parlementaire:—"Wij willen eten, leven, waarlijk genieten. Wij willen gelukkig zijn."

 

 
 

Maatschappelijke Resultaten.

 

Wij weten nu uit welke elementen de Nederlandsche samenleving bestond; wij zien ze, als in een doorsnee de lagen van den bodem, op elkander gestapeld, en we begrijpen, waarom die bodem niet vruchtbaarder was. Waarom geen burgerlijk idealisme, geen revolutionaire geest, geen socialistische literatuur, geen proletarische bewegingen hier opkwamen, waarom alle uitingen van het maatschappelijk en vele van het


  1. Multatuli, Ideeën.