Naar inhoud springen

Pagina:KapitaalEnArbeidinNederlandDeel1HRH2ndEd.djvu/119

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

115

geestelijk leven, de politiek, de godsdienst, de letterkunde, vergeleken bij ons zelf in andere tijden, of bij anderen in dezen tijd, laag, duf en huisbakken zijn geweest.

Wel de bijzondere vormen van dat geestelijk leven, niet hun bloei en schoonheid zijn afhankelijk van den bepaalden vorm der stoffelijk-maatschappelijke verhoudingen. In ieder stadium van beheersching der natuur, op den langen weg van barbaarschheid tot kapitalistische beschaving; onder de meest verschillende produktievormen en verhoudingen; op den grondslag van handwerk, manufaktuur en kapitalisme, van slavernij, hoorigheid en loonarbeid, heeft het menschelijk geslacht nu en dan voortgebracht de bloem der samenleving: een rijke kultuur. Maar hiertoe is een ding noodig: dat de produktie-wijze en de produktie-verhoudingen, (d.w.z. de verhoudingen die de menschen in- en door het voortbrengen van hun levensonderhoud met elkander aangaan) zich voorwaarts bewegen, d.w.z. dat de produktie-wijze voortdurend van geringer tot grooter voortbrengingsvermogen overgaat. Die beweging kan zijn langzaam of snel; in de middeleeuwen b.v. was zij, bij in vele opzichten zeer hooge kultuur, zeer langzaam (door de geringe kennis der natuur). Een produktiewijze kan onder bepaalde omstandig heden stilstaan, eeuwen onveranderd blijven, dan verstart ook de kultuur. Zij wordt (als b.v. in China) louter traditie; zij brengt geen nieuwe bloemen voort van wijsbegeerte, kunst of godsdienst, zij herhaalt in angstvallge imitatie de oude schoonheid, de schoonheid uit den tijd dat de maatschappij in beweging was.

Wanneer wij spreken van een produktiewijze die zich voorwaarts beweegt, die door machtiger werktuigen,